Landbouwer, op 31 maart 1802 aangenomen als lidmaat te Pijnacker, lid van de gemeenteraad Moerkapelle (1817), wethouder Moerkapelle (1823), loco-burgemeester Moerkapelle (1825)
In die tijd was het de gewoonte dat boerenzoons op 16-jarige leeftijd hun ouderlijk huis verlieten om elders het vak te leren. Op grond hiervan mogen we aannemen dat Jacob in 1796 naar elders vertrok. Zeer waarschijnlijk is hij naar Pijnacker gegaan. Op 31 maart 1802 wordt hij tenminste te Pijnacker aangenomen tot lidmaat van de Nederlandse Hervormde Kerk 'op grond van gedaene belijdenisse'. Zijn grootvader, Jacob van der Spek woont dan aan de Papeuse weg te Hof van Delft en is ook lid van de Hervormde Gemeente van Pijnacker. Dit is mogelijk de reden dat Jacob in deze buurt is gaan werken. Als hij op 1 mei 1803 te Berkel trouwt, woont hij weer in het Noordeinde van Berkel.
10 april 1805 is een historische datum in de geschiedenis van de Moerkapelse tak van het geslacht Van der Spek. Jacob van der Spek vraagt dan attestatie aan vanwege vertrek naar 'Moerkappel'. Zijn attestatie kwam van Pijnacker, die daar dus kennelijk gebleven is na zijn terugkeer naar Berkel. Op 6 mei 1805 verkoopt Wouter Rombout aan Jacob van der Spek uit Berkel een boerderij met een daarnaast staand huis aan de Dorpsstraat voor 8.000 gulden. Daarmee doet de familie Van der Spek zijn intrede in Moerkapelle. (Rond 1770 to 1780 woonden weliswaar Van der Spekken in Moerkapelle: Jan Aries van der Spek en zijn vrouw Anna Cornelisd Buitenweg, maar zowel zij als hun vijf kinderen waren voor 1780 overleden. In 1991 woont op deze boerderij zijn afstammeling Arie van der Spek.)
Jacob wordt in 1817 benoemd tot lid van de gemeenteraad, in 1823 wethouder, in 1825 loco-burgemeester. Dit blijft hij tot zijn dood in 1834.
Laatst gewijzigd:
11 december 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-71692
Gekopieerd!