Stamboom van Hagenbeek

Vader: Pieter Adriaenszn Karre
Moeder: Maritge Dircksdr van Groenewegen

• Overleden: tussen 1575 en 1577

Vroedschap, schepen, gasthuismeester, tresaurier, weesmeester, burgemeester, Heilige Geestmeester, boonheer en"glipper".

Uit een akte blijkt dat hij inderdaad is uitgeweken, zie bij zijn zus Anna (over de voogdij over zijn dochter Ermckgen).
- De confessioneele kleur van de Rotterdamsche aristocratie na 1572 - Dr. A.C. Kersbergen - Christiaan Karre was ook de laatste mannelijke representant van zijn geslacht in de stad. Zijn vader, eens de rijkste Rotterdammer van zijn tijd, was overleden, zijn broer Adriaen, die den oorspronkelijken naam van de familie Veth weer aannam - de naam Karre was van de grootmoeder afkomstig - woonde vóór 1572 al in Dordrecht. Christiaan Karre is Bossu (dat was graaf Maximiliaan van Hénin-Liétard, die militair en politicus was onder Alva en op de vlucht moest nadat het hem niet lukte Den Briel te heroveren) gevolgd en het is niet zeker, of hij ooit in Rotterdam is teruggekeerd. Tusschen 1575 en 1577 moet hij zijn overleden.
- Het patriciaat te Rotterdam voor en na 1572 - Dr. H. ten Boom - Pieter van Neck en Schilperoort waren de burgemeesters die op 9 april aan Bossu en zijn troepen de toegang tot de stad hadden verleend, met als gevolg het beruchte bloedbad. Bovendien had Schilperoort met Tromper loyaal aan de versterking van de stad meegewerkt evenals de tresoriers Karre en Mastenbroeck.
- Het geslacht Karre Rotterdam - B. de Keijzer - Eerder gepubliceerd in Zuid-Hollandse Genealogieën, deel II, 1991, als onderdeel van Varia Roterodamum - Christiaen Pietersz. Karre, won. Rotterdam, verliet in 1572 met de Spanjaarden de stad (glipper), vroedschap 1555 (gekozen 19-8-1555)-1572 (vlucht 22-7-1572), schepen 1551-1555, 1572, gasthuismeester 1555-1557, 1560, 1562, 1564-1566, tresorier 1556, 1562, 1563, 1567-1568, 1571, weesmeester 1558, 1560, burgemeester 1559, Heilige Geestmeester 1559, boonheer 1564.