- Geboren: in 1371 [[https://gw.geneanet.org/ecouvret?lang=nl&pz=ellen&nz=couvret&p=boudewijn+dirckszn+van&n=swieten]] te Leiden
- Gedoopt: [[https://ajdekker.nl/wp-content/uploads/2018/03/Reeks-van-Swieten.pdf]]
- Overleden: op 17 mei 1454 (ongeveer 83 jaar oud) te Leiden
- Begraven: te Oegstgeest Klooster Mariënpoel
Klerk (later in dienst van de gravin), grafelijk secretaris, schepen, poortmeester, knaap, rentmeester, etc.
Bronnen: nagtegaal.org/familiewapens - Swieten (Zwieten), Boudewijn (Boudijn) Dircksz. van, geb. ca. 1371, woonde aan het St. Pieterskerkhof te Leiden, werkzaam in de grafelijke tresorie 13 juli 1394, vermeld als klerk 11 november 1395, grafelijk secretaris 1400/1401, later klerk in dienst van de gravin tot 1410, schepen van Leiden 1404, poortmeester ald. 1405, opgeroepen als knaap om de graaf bij Woudrichem te dienen met twee man 1407, rentmeester van Voorne voor Jan van Beieren 1410, raad van Jan van Beieren 1412. Na het verdrag van Woudrichem betrokken bij de tresorie 1419, voerde het geldelijk beheer voor de tresorier tot 8 oktober 1420. Tresorier van Holland en Zeeland 1424-1425 en 1425-1432, tussentijds secretaris voor Philips de Goede 1425, behoorde als tresorier 1428-1429 tot de Negenen, belast met het bestuur van Holland en Zeeland; grafelijk raad tot 12 januari 1447, hoogheemraad van Rijnland 1438-1447, eerste gasthuismeester van St.-Catharina te Leiden 1439-1441. Kocht 11 januari 1424 het huis te Zwieten met 54 morgen van Willem van Montfoort van Zwieten, droeg Zwieten 12 december 1435 in leen op aan Frank van Borsselen. Van Hendrik van Wassenaar kocht hij 18 augustus 1428 Podikenpoel onder Oegstgeest, ter plekke fundeerde hij 2 februari 1431 het nonnenklooster Mariënpoel, overl. 17 mei 1454, begr. in het klooster Mariënpoel, zoon van Dirck Boudijnsz. van Swieten en Lijsbeth N.N.
Hij huwde met Luijtgard van Nijenrode, geb. 1378, ontving 13 december 1404 een lijftocht, van Boudewijn, aan twee woningen van zijn leengoed onder Voorburg, overl. 24 februari 1464, begr. Mariënpoel bij haar man, dochter van Otto van Nijenrode en Helwich van Vianen.
Boudewijn staat afgebeeld op het schilderij “Memorietafel van Boudewijn van Swieten en zijn geslacht”.
Boudewijn van Swieten trad op 26 juli 1393 op als voogd voor zijn tante Alijd Boudijnsdr., verkocht 10 december 1397 een huis aan het ‘s-Gravenhof te Leiden aan Ghetyt Willemsz., koster; bezat aldaar een huis aan het Pieterskerkhof, de daaraan grenzende Oude School kocht hij 18 februari 1431 van de stad Leiden; de helft van een huis aan de Pieterskerksteeg verkocht hij 23 augustus 1447 aan Dirc en Jan Aerntsz. In de St.-Pieterskerk te Leiden stichtte hij 10 oktober 1421 een kapelanie geweid aan St.-Jan de Doper, die hij bedacht met 18 morgen te Maasland en een huis bij de vierschaar te Leiden. Een tweede kapelanie fundeerde hij 2 augustus 1427 ter ere van de H.H. Stefanus, Agnes en Martinus; beide kapelanieën werden bediend op het door hem gestichte altaar in de omgang aan de noordzijde van het nieuwe koor. Bij testament van 1 juni 1443 bepaalde hij dat de goederen van beide fundaties zouden komen aan de zangmeesters van de St.-Pieterskerk voor het doen van de zeven getijden en het lezen van missen. Met de priester Dirk van Muyden riep hij 11 oktober 1432 een officium in het leven voor de leprozen in de Anthoniskapel buiten Leiden. Jordanus, bisschop van Albavergunde hem en zijn vrouw 28 januari 1418 een eigen biechtvader te kiezen; paus Martinus V stond dit 11 november 1421 opnieuw toe. Boudijn bouwde een uitgebreid goederenbezit op in Rijnland (rondom Leiden) en in het Utrechts-Hollands grensgebied (omgeving van Loenersloot). Zijn kinderen beloofden 1 oktober 1428 zijn testament te eerbiedigen; 21 augustus 1439 confirmeerde Philips de Goede de overeenkomst tussen Boudijn en zijn kinderen (van 1428?). Ook 26 mei 1449 sloot hij een overeenkomst met zijn kinderen betreffende zijn nalatenschap.
Boudewijn van Swieten trouwde in 1395 met Liutgarde van Nijenrode, Vrouwe van de Lier en Zouteveen. Zij woonden aan het Pieterskerkhof in Leiden. Van Swieten vervulde talloze overheidsfuncties en bereikte een positie van grote invloed en welstand. Hij was de aanvoerder van het Patriciaatgeslacht van Van Swieten in Leiden.
Op 11 januari 1424 koopt hij het huis te Zwieten met 54 morgen van Willem van Montfoort. Tegenwoordig ligt hier het complex van bierbrouwerij Heineken in Zoeterwoude. Op 18 augustus 1428 koopt hij van Hendrik van Wassenaar de hofstad Podikenpoel in Oegstgeest met de bijbehorende 28 morgen land. Hier vestigt hij het nonnenklooster Mariënpoel, waar hij uiteindelijk zelf begraven wordt[1]. Ter nagedachtenis aan het echtpaar Boudewijn van Swieten en Lutgard van Nijenrode, hun kinderen en hun schoonfamilie, werd bij het graf een 'Memorietafel' aangebracht, waarop ook Boudewijn staat afgebeeld.
Laatst gewijzigd:
24 februari 2024
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-66214
Gekopieerd!