Huis Honselaarsdijk is een voormalig jachtslot te Honselersdijk. Alleen het voormalige gastenverblijf met de paardenstallen en koetshuis staan er nog. Ze dienen nu als gezinsvervangend tehuis. Het werd in de middeleeuwen gebouwd als kasteel voor de heren van Hunsel en Naaldwijk en kreeg zijn grootste bekendheid toen het in de eerste helft van de zeventiende eeuw in bezit was van Frederik Hendrik van Oranje. Hij brak het kasteel af en zette er een jachtslot voor in de plaats. Daarbij werden gerenommeerde Hollandse en Franse architecten, tuinontwerpers, schilders en beeldhouwers ingeschakeld, zoals Arent van 's-Gravesande, Bartholomeus van Bassen en Jacob van Campen. Het paleis was ruim en had grote tuinen, beelden, fonteinen en een kolfbaan. Met Honselaarsdijk als buitenverblijf, jachtslot en kunstgalerij onderstreepte Frederik Hendrik zijn toegenomen status als soeverein vorst van het prinsdom Oranje en stadhouder van de meeste provincies in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hij hield er grootse feesten en ontving belangrijke gasten.
Het slot, een motte-kasteel, van vóór 1609, uit een kaartboek van het Sint Catharijne Gasthuis. Al rond 900 stond er een kerk in de Honselersdijk. Dat kan opgemaakt worden aan de hand van een lijst met goederen van de St. Maartenskerk in Utrecht. Het leen Hontsel, zoals Honselersdijk toen werd genoemd, werd tegen 1200 verleend door de graaf van Holland aan de graven van Voorne. Het was Hendrik van Voorne die het in 1257 verleende aan zijn neef Hugo II van Naaldwijk. Vijf jaar later kocht deze het aan. Wie het mottekasteel te Hontsel gebouwd heeft is niet bekend, maar rond 1300 gaat Willem I van Naaldwijk er wonen. Het slot had een kapel die gewijd was aan St. Hubertus, de patroonheilige van de jacht. In het slot bleven de Heren van Naaldwijk wonen tot 1496. Wilhelmina van Naaldwijk ging er wonen toen zij trouwde met Jan III van Montfoort. Het goed ging over naar Robert I van der Marck van Arenberg na zijn huwelijk met de dochter van Wilhelmina, Machteld van Montfoort. Zij kregen een zoon, Robert II, die met Walburga van Egmond trouwde. Via het huwelijk van hun dochter Margriet kwam het in handen van Jan van Ligne, een Zuid-Nederlandse edelman bekend als de graaf van Aremberg was stadhouder voor de Spaanse koning Filips II. De heren van Naaldwijk hadden een groot huis in Leiden en in Den Haag en verbleven dan ook weinig op Honselaarsdijk. De graven van Aremberg verbleven er af en toe en gebruikten het kasteel waarschijnlijk als jachtslot. Een kastelein verbleef er voortdurend. Jan van Ligne streed in 1568 aan Spaanse zijde bij de Slag bij Heiligerlee en kwam daarbij om het leven. Via zijn weduwe namen de Staten van Holland in 1577 bezit van de kerkelijke goederen. In 1583 werden de overige goederen in beslag genomen. Na Margriets overlijden kreeg tijdens het Twaalfjarig Bestand haar zoon Karel van Arenberg de goederen in bezit. Die verkocht ze in 1612 voor 360.000 gulden zijn Westlandse goederen aan Frederik Hendrik graaf van Nassau, de latere prins van Oranje. Naast het slot te Hontsel waren dat de heerlijkheid van Honselersdijk, de hoge heerlijkheid van Naaldwijk, het ambacht van Wateringen, het patronaatsrecht in de kerk van Naaldwijk, de ambachtsheerlijkheid van Opstal, het windrecht van enkele molens, de visrechten in de rivier de Maas en alle domeinen,rechten en inkomsten.
Laatst gewijzigd:
31 oktober 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-66188
Gekopieerd!