De oudste bron vermeldt de naam als 'Nurech'. In 1219 wordt in het catularium van Dickninge over 'Norich' gesproken. In oorkonden van 1316 en 1321 treffen we twee eigennamen aan n.l. Otto de Norch en Henricus de Nurech. Verder vinden we steeds een éénlettergrepig woord, soms met 'or', soms met 'ur'. In 1324 schrijft de bisschop van Utrecht: "wi....gheloven....dat wi Henric van Orch, ridder....Otten van Orch te helpen....". Hier is de beginletter geheel vervallen. De 'n' is een overblijfsel van 'ni': = 'nieuw'. Men moet daarom uitgaan van Ni-urch: = 'nieuwe hoek'. J.H. Moerman verklaart Norg als 'noord' of 'het noorden', terwijl J. de Vries uitgaat van 'Northeg(gia): = 'noordhoek', omdat de plaats aan de noorkant van een oud bos ligt.
Het kan zo zijn dat het riddergeslacht daadwerkelijk 'van Orch' heette.
Relaties:
Relatie met onbenoemde persoon
Laatst gewijzigd:
24 mei 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-65253
Gekopieerd!