Johan I van Buckhorst verkocht 28 december 1338 (eerste vermelding) mede namens broers en zusters de Oord onder Zalk, half aan Evert Spaen en half aan Goessen Spaen en hun neef Diderick van Zalk so (dit bezit, dat eigenlijk een Gelders leen was, werd door Johan dus gehanteerd als een allodium). 5 februari 1340 verkocht hij tienden op Kamperveen . Op zijn bezit heeft verder betrekking, dat 5 april 1340 hertog Reinold
II van Gelre en Johan van Buckhorst aan de geërfden van Hattemerbroek beloofden de nieuwe dijk (Gelderse kade) intact te zullen laten tussen de Nyengrave bij Hattem en de Bockhorsterdijk (Koppelkade) en in onderhoud bij de geërfden van de Zalker marke.
26 april 1345 regelde Johan (onder medebezegeling van zijn oom Gijsbert van Buckhorst, Geert Stelling en Seyne van
Heerde) met de abt van het klooster te Staveren hun
geschillen over de marke van Zalk; het klooster kreeg de helft van het broekland van Buckhorst, doch moest mee zorgdragen voor het dijkonderhoud. Ook memoreren we, dat Johan 31 maart 1348 door hertog Reinold II met de Gelderse lenen werd beleend, t.w. de tienden over de Hattemerenk tot aan Doornspijk, de Buckhorsterweerd c a . aan de Zwolse zijde van de IJssel en met het deel dat (zijn broer) Willem had: de Bijvanck, het goed op de Oord onder Zalk, bezit in Spoolde en
Mastenbroek, de Schonenberch onder Olst en bezit te Haveninchem onder Ulsen. Voorts verklaarde Johan,
als leenheer, dat Seyne van Heerde 16 juni 1359 een
leen verkocht.
Johan I was ambtman van de Gelderse hertog en wel drost van de Veluwe ("richter van der cluefft van Dorenspick unde van Heerde") blijkens charters van 24 februari 1356 en 1 mei 1357 (in deze tijd liet hij op de IJssel verschillende schepen uit Holland aanhouden en opbrengen).
Het kasteel te Hattem was ambtswoning van de drost. Door de bindingen met de Gelderse hertog raakte Johan betrokken in de burgeroorlog in Gelre tussen Reinoud III en diens jongere broer Eduard.
Johan hield de zijde van Reinoud, doch Eduard behaalde 25 mei 1361 te Tiel de definitieve overwinning. Wellicht sneuvelde Johan daarbij, want 17 mei 1361 wordt hij nog vermeld ss en 19 september 1361 verzoende zijn weduwe Agnes (gezien haar zegel mogelijk een Van Hekeren) zich met hertog Eduard so (mede bezegeld door Johan's broer Willem).
Onder vele edellieden was Johan van Buckhorst 30 juni 1349 één dergenen, die geld leenden van de jood Godschalk van Recklinghausen, teneinde de bisschop te helpen bij het lossen van diens aan Gelre verpande Overijsselse goederen.
Laatst gewijzigd:
23 mei 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-65194
Gekopieerd!