5 juni 1371 :
Reynolt van den Clooster verklaart, met toestemming van zijn „echten wive" Margaretha en hunne kinderen Johan en Cijse van den Clooster, aan het klooster Dikninge verkocht te hebben eene jaarlijksche opbrengst uit onroerend goed te Blijdenstede en deze over te dragen. Onder het zegel van Reynolt van den Clooster „gelijen" zijn beide zonen Johan en Cijse van den Clooster, met hunne moeder Margaretha, de voorwaarden van verkoop.
Bronnen: DNL 1906 Het geslacht van den Clooster, door J . A. R. Kymell
28 oktober 1376 :
Reynolt van den Clooster en vrouw verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan den abt en het convent van Dikninge hunne tienden over het goed „de Gheere" in het kerspel van Blijdenstede. De inhoud dezer oorkonde wijst uit, dat de verkoop geschiedde door Reynolt van den Clooster, Margre.te, „mijn echte w i j f " , en Johan, „onse sone".
Bronnen: DNL 1906 Het geslacht van den Clooster, door J . A. R. Kymmell.
28 januari 1380 :
Reynolt van den Cloestere zijne vrouw Margarete vermaken, in overleg met hun zoon Johan, aan de abdij van Dickenijnghen eene rente van 1/2 emmer boter uit hun goed in de Broechusen; welke rente zal worden genoten binnen 't jaar na 't overlijden van een van hen beiden. Ghegheven in den jaer onses Heren dusent driehondert ende achtentich des Saterdaghes na sunte Paulus daghe, gheheten in den latine Conversio Pauli. Afschrift in 't cartularium (Inv. No. 1) fol. XVII verso-XVIII.
Bronnen: Drents Archief 0440 Abdij Dikninge 2. Inventaris 2.4. Regestenlijst no 10
Laatst gewijzigd:
28 mei 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-65134
Gekopieerd!