Vader:
Claes van Berkel
Moeder:
Gheertgen Reyniersdr
- Geboren: ± 1591 [[https://gw.geneanet.org/marcvanroon?lang=nl&pz=marc+antoni&nz=van+roon&p=reinier+claasz&n=van+berckel]]
- Gedoopt: [[dominees.nl]]
- Predikant en godgeleerde
- Overleden: ± 1655 (ongeveer 64 jaar oud)
hij was een "behoudende broeder", was kandidaat te Leiden, werd predikant te 't Woudt, daarna te Schiedam en als laatste te Rotterdam
Predikant Dr. Reynier (Reinerus) van Berckel is geboren in 1591. Hij is de zoon van Claes van Berckel (vóór 1567) en Gheertgen Reyniersdr. In 1626 huwt hij in Delft Helena Mozesdr. van Nederveen, geboren in 1602.
Bij zijn huwelijk (1626) wordt Reinerus Berckel genoemd als jongesel dienaer des Goddelijcken woorts binnen deser stede (Schiedam). Hij wordt 'Rogaerds Berckel' genoemd bij het huwelijk van zijn broer Samuel van Berckel and Ariaentgen Gerrits van Sassen, waar hij getuige is. Reynier van Berckel overlijdt in 1655 op een leeftijd van 64 jaren; zijn vrouw in 1667 op een leeftijd van 65 jaren. Reynier van Berckel studeert aan de voorloper van de Universiteit Leiden. Het boek Hugo Grotius, Ordinum Hollandiae AC Westfrisiae Pietas (1613) rept van een oude lijst met de namen van de 35 studenten die aan het einde van het jaar 1613 zijn ingelijfd aan de Universiteit. Naast Reinerus Nicolai van Berckel staat ook Lambertus Barlaeus (1592) op de lijst, broer van een andere stamhouder; de geleerde Caspar van Baerle (1584). Reynier van Berckel wordt predikant in respectievelijk 't Woudt (1616 -1619, Schiedam (1619 -1634) en Rotterdam (1634 - 1655).
Reynier van Berckel is één van de collega-predikanten waarmee Simon Simonides optrekt als deze in Rotterdam bevestigd wordt als predikant (1652). Simon Simonides (1629 - 1675) is een controversieel figuur; hij verwerft bekendheid door stichtelijke gedichten maar is bekender als vurig voorstander van het huis van Oranje en felle vijand van Johan de Witt.
Samuel van Berckel (ca. 1593 - 1670) is de enige broer van Reynier van Berckel waarvan relatief veel van bekend is. Samuel is sijdewinkelier of sijde winckelier en kramer in Delft. Vermoedelijk hield het beroep meer in dan handel; men moest ook de zijde en de lakens bereiden. Hij woont respectievelijk aan de Vismarkt (1617), Wijnstraat, nu Wijnhaven (1626). Hij is charitaatmeester (meester van de Chariteitskamer) en lid van de ridderlijke broederschap genaamd De Confrérie van de Handbusch in Delft (1638), en sergeant (1648). Hij huwt tweemaal; zijn eerste vrouw Truijtgen Arents van Pufvliet, vermoedelijk een dochter van Arend Anthonisz. van Puffvliet en Aagje (Agatha) Onderwater, overlijdt jong; in 1624 op 25-jarige leeftijd. Hij hertrouwt Ariaentgen Gerrits van Sassen in 1626 in Delft. Zijn is de dochter van Gerrit Willemsz. van Sassen en Maritgen Jacobsdr. van Tol. Hij is getuige van alle kinderen van zijn broer Willem, Er is een acte bekend waarin Samuel van Berckel en Dirck Jansz Lagerlant verklaren dat Laurens de Maerschalck op twee gelegenheden in Delft is geweest, en dat ze met elkaar hebben gesproken. De Maerschalck is adelborst, en dient in the regiment van kapitein Wilhelmus Verschuring. Na zijn overlijden in 1670 wordt hij op 10 April begraven in het noordelijk transept (dwarsschip) van de Nieuwe Kerk in Delft. De locatie is recto Noordtrans, plein 3, graf 1-3, zijnde een grafkelder. Om ruimte te maken voor nieuwe overledenen werden oude graven vaak geschoond; de overgebleven beenderen werden bijeengesprokkeld en in kleinere kisten geplaatst. Nadat Samuels graf 10 maal geschoond is en 22 kistjes bevat wordt het vol verklaard (30 December 1694).
"Proponent zijnde, werd hij beroepen tot predikant in 't Woud den 28 Augustus 1616, in 1620 te Schiedam, van daar naar Rotterdam en alhier in 1634 bevestigd. Hij overleed in 1656. Op den 30 Augustus 1643 was hij tegenwoordig bij de bevestiging van den eersten leeraar bij de Schotse gemeente te Rotterdam, na afloop van welke hij als oudste leeraar uit naam der stad, der staten, der classis en der Synode plegtig en in het openbaar verklaarde "deze Schotse gemeente te zijn eene op zich zelf staande vrije kerk, gelijk de Nederlandse kerk zulks was, en dat die daarom al dezelfde voorregten stond te genieten, en alzoo met gemeenebest, stad en kerk zoude staan of vallen enz. (zie van Reijn t.a.pl. Deel I, blz 325.).
From: Titel Naamlijst en Levensbijzonderheiden der Predikanten, die sedert de Kerkhervorming in der Nederduitsche Hervormde en Waalsche Gemeente te Rotterdam tot op dezen tijd in dienst geweest zijn Auteur K. J. R. van Harderwijk Uitgever Bazendijk, 1850
Laatst gewijzigd:
5 april 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-62660
Gekopieerd!