deze filiatie is niet bewezen. Het wapen stamt van de familie Châtillon, graven van Blois in Frankrijk. Raoul de Châtillon had de koning van Frankrijk eens zo woedend gemaakt, dat deze hem "coquin" (schelm) noemde. Toen Raoul met enkele andere edelen tegen de koning in opstand kwam versloeg hij op een dag vroeg in de morgen de koninklijke troepen. De koning die dit zag zei toen: "Le coq a chanté de bon matin" (De haan heeft vroeg gekraaid). Raoul die nu trots was geworden op zijn bijnaam, liet zich ter herinnering dan ook voortaan de Cocq of de Kock noemen. Uiteindelijk trok de koning toch aan het langste eind en Raoul "le Coq" moest vluchten. Een nicht genaamd Philipotte van Dammartin was de tweede vrouw van graaf Otto II van Gelre en zij bood haar neef onderdak. Rudolf de Cocq, de zoon van Raoul, ruilde in 1265 zijn bezittingen tussen Beesd en Leerdam (waaronder Rhenoy - zie uitgave omtrent het wapen van Rhenoy) met graaf Otto II. Hij stichtte in dat jaar in Hiern (Waardenburg) "De Waardenburg" het stamslot van het geslacht De Cocq (van Waardenburg). Gevoerd werd het originele Châtillonwapen met een gouden schildhoofd. Soms treft men in dit goud aan het symbool van de reinheid: de lelie. Nazaten van dit geslacht waren bijzonder invloedrijk en hebben zich verspreid over de hele Betuwe. Veelal voerden zij ook het Châtillonwapen, zij het met een wisselend schildhoofd. Ter herkenning voegde men de naam van de plaats waar men woonde of een bezit had toe aan de naam "de Cocq". Rudolf de Cock was van Franse afkomst (hij heette eigenlijk Raoul de Châtillon), maar stamde in de vrouwelijke lijn ook rechtstreeks af van graaf Gerard II van Gelre (1082-1137). Het gebied waar Rudolf het kasteel liet bouwen was sinds de tijd van graaf Gerard II steeds in het bezit geweest van Rudolfs voorouders
Laatst gewijzigd:
10 april 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-6217
Gekopieerd!