Stamboom van Hagenbeek

Frizo van Friesland

Vader: Adel I van India van Punjab
Moeder: NN
  • Geboren: Fresia-Prasia-Phavrasia, stad Palibothra, Indie. / Punjab, Indië
  • Overleden: (ongeveer 8 weken oud) te Stavoren

In 321 v.Chr. migreerde een lijn van prinsen via India naar het gebied van Noord-Holland en noordwestelijk Duitsland onder hun leider Friso. Friso stamde af van Ragan of Reu (Genesis 11:19) volgens "La Grande Chronique... de Hollande, Zelande" enz., p. 28. Friso was een avonturier in dienst van Alexander de Grote. Na ontslag uit dienst kwam hij met een groep kolonisten van de rivier de Indus naar Europa. Daar kreeg hij in 313 macht over de lokale graven door middel van intriges. Een afstammeling, Friso, werd koning in 287 en begon een secundaire lijn van heersers.

Friso wordt beschouwd als een legendarische koning van de Friezen die zou hebben geregeerd rond 300 v.Chr. Volgens Martinus Hamconius in zijn 17e-eeuwse kroniek Frisia seu de viris rebusque illustribus en ook het 19e-eeuwse Oera Linda Boek, was Friso een leider van een groep Friese kolonisten die al meer dan een millennium in de Punjab waren gevestigd toen ze door Alexander de Grote werden ontdekt. In dienst van Alexander vonden Friso en de kolonisten uiteindelijk hun weg terug naar hun voorouderlijk thuisland Friesland, waar Friso een dynastie van koningen stichtte.

Een andere legende zegt dat een rode banier, die eigendom was van Friso en Magnusvaan werd genoemd, verborgen is in de kerk van Almenum. Almenum is een historische locatie in het gebied van het dorp Midlum, Friesland, dat in de gemeente Harlingen ligt. Het bevindt zich op de kruising van de Zuidwalweg en Haulewei. Volgens de legende is Almenum de locatie van de eerste christelijke kerk in Friesland, gebouwd in 777 na Christus door Gustavus Forteman. De kerk was de Kathedraal Almenum.

Dus had Friso zijn moeilijke taak glorieus volbracht, terwijl zijn zonen onder zijn leiding de rijke staatszaken beheerden, zowel op geestelijk als civiel gebied, ten bate van de welvaart en vrede van zijn land. Hij besloot zijn loopbaan met schriftelijke vermaningen aan zijn volk over eenheid en liefde voor vrijheid. Na een regering van achtenzestig jaar overleed hij in zijn hoofdstad Stavoren, waar zijn begrafenis plaatsvond volgens de gebruiken van de Perzen. Zijn zoon Adel volgde hem op in het staatsbestuur.

De afkomst of oorsprong der Friezen schuilt zóó diep in den nacht der eeuwen en gaat het historische tijdperk, of de met zekerheid bekende geschiedenis van ons vaderland, zóó lang vooraf, dat niemand daaromtrent bepaalde berigten kan mededeelen. Het ontbreekt echter niet aan gissingen, vermoedens en volksverhalen deswege. Dat zij uit het noorden, uit Scandinavië of Zweden en Noorwegen afstammen, wordt evenzeer beweerd, als dat zij uit Azië of het oosten afkomstig en dóór Germanië getrokken zouden zijn, vóór zij zich hier op deze kustlanden vestigden. Anderen houden hen voor een stam der Kimbren; doch volgens de jongste onderzoekingen der geleerden, zouden zij afstammen van de Celten of Kelten, wier voorgangers (door hen Vóór-Kelten of Vóór-Germanen genoemd) in een gedeelte van Friesland, het hooggelegene Drenthe, de stichters waren van de reusachtige Hunebedden of opeengestapelde steenbrokken, welke gedurende zoo vele eeuwen voorwerpen van bewondering zijn geweest. Ook in Gaasterland is in 1849 een dergelijk Hunebed, steengraf of kelder beneden den hoogen boschgrond ontdekt, bestaande uit eene massa zware steenbrokken, waar tusschen vuursteenen wiggen, urnscherven, houtskool enz. werden gevonden; een gedenkstuk der oudheid uit den vóór-historischen tijd, toen de bewoners dezer landen het gebruik van de metalen nog niet kenden.


Meer geloof verwierf echter het volksverhaal, dat friso, eens Konings zoon uit Indië, na den dood van alexander den groote uit zijn vaderland verdreven, zich met zijne broeders saxo en bruno en vele anderen te scheep begeven hebbende, 313 jaren vóór onze tijdrekening met eene vloot in Friesland zou aangeland zijn.Hij wordt gehouden voor den stichter van Stavoren, voor den bevolker van dit land en alzoo voor den stamvader der Friezen, die van hem hun naam ontleenden, gelijk de Saksers en Brunswijkers den hunnen van zijne broeders zouden ontvangen hebben.


Het valt zeer moeilijk te beslissen, in hoeverre dit aloude volksverhaal waarheid bevat. Toen het omstreeks veertien eeuwen later in de landskronyken werd opgenomen, werd het blijkbaar in den vorm en naar de denkwijze van dien tijd voorgesteld, versierd en uitgebreid, en daaraan eene gansche rij van Vorsten verbonden, die Prins friso in het bestuur van Friesland zouden opgevolgd zijn. Bestendig is dit verhaal het voorwerp geweest van geschil tusschen vele geleerden, die het bestreden en verdedigd hebben. De dichter willem van haren heeft het zelfs tot onderwerp gekozen van een voortreffelijk heldendicht.

Er bestaan nog meerdere verhalen en meningen omtrent den oorsprong der Friezen, doch allen zijn even twijfelachtig, als de verklaringen van den naams-oorsprong. Waarom zouden wij niet liever bekennen,dat de hooge oudheid ons verhindert deswege eenige zekerheid te bekomen, en dat er weinige trekken bekend zijn uit de eerste kindschheid der levensgeschiedenis onzer natie? Meer zeker is het echter, dat zij een der talrijke volksstammen waren van het uitgestrekte Duitschland of Germanië. Doch volkomen zeker is het, dat zij hier reeds gevestigd waren, deze lage landen zich reeds tot eene bewoonbare plek gemaakt- en zich over eene groote landstreek uitgebreid hadden, toen de Romeinen, 11 jaren vóór onze tijdrekening, voor het eerst in deze landen kwamen. De geschiedschrijvers van dat volk, wier werken wij bezitten als de eerste bronnen der geschiedenis van Nederland, maken melding van hen. Hoe lang zij toen reeds hier gewoond hadden, is onzeker, en, wegens gebrek aan kennis van de tijdrekenkunde en schrijfkunst bij dit volk, ook nimmer na te sporen.

In 1157 stichtte Eilwardus Ludinga een klooster genaamd Ludingakerke. De monniken groeven kanalen om toegang te bieden aan handelsvaartuigen. Ludingakerk werd een van de rijkste kloosters in Friesland. Het gebied ten westen van Almenum werd belangrijker en groeide uit tot de stad Harlingen.

Laatst gewijzigd: 13 maart 2025
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-61296 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1