Vader:
Heynric Danelsz
Moeder: NN
- Geboren: ± 1410 te Schiedam
- Gedoopt: [[https://www.genealogieonline.nl/stamboom-kuijten/I501950.php]]
- Vroedschap te Schiedam (1463), eigenaar van land in Overschie
- Overleden: ± 1480 (ongeveer 70 jaar oud) te Schiedam
lid vroedschap te Schiedam (1463).
Fysieke beschrijving: Florijs Hendriksz was lid van de Vroedschap van Schiedam. Hij behoorde tot de 21 mannen die in het Schiedamse Handvest van 8 augustus 1463 door Graaf Philips van Bourgondië (Philips de Goede) werden aangewezen tot de Magistraatbestelling (=bestuur). (bron: Kwartierstatenboek deel 3, uitgave Veluwse Geslachten nr.237 blz.171).
Hij was eigenaar van land in Overschie.
In Augustus 1556 verkopen de kleinkinderen van Floris Henricksx. aan de heilige geestmeesters een huis in de Lange Kerckstraat te Schiedam, afkomstig van diens vrouw Geertruyt, die bij haar testament heeft bepaald dat mr. Floris Cornelisz. gedurende zijn leven hiervan het vruchtgebruik zal hebben, dit met toestemming van haar zoons Heynrick en Willem. (Oud Rechterlijk Archief, inv.nr. 326) Deze priester is kennelijk een bloedverwant, vermoedelijk een kleinzoon van Geertruyt, die dus nog of een zoon of een dochter gehuwd met Cornelis gehad zal hebben..
Hij voerde een wapen in rood een molenrad van zilver, helmteken een molenrad tussen een vlucht. De kleuren van het wapen zijn bevestigd door een wapenbord in het raadhuis te Geervliet, waarop het wapen van Willem Melchiorsz Welhouck, president-leenman van Putten, aldus voorkomt: gevierendeeld, 1. Welhouck, 2. van Buyten, 3. Muys, 4. in rood een molenrad van zilver.
Lid van de vroedschap van Schiedam, hij wordt genoemd in de XXI (personen) die op 8 augustus 1463 door Hertog Philips van Bourgondie ("de Goede") woorden aangewezen tot de magistraatbestelling te Schiedam
Hij is overleden rond 1480 in Schiedam, Zuid-Holland, Nederland.
Een kind van Heynric Danelsz en de Backer
Hij behoorde tot de XXI die in het Schiedamse handvest van 8 augustus 1463 door Graaf Filips van Bourgondie (de Goede) werden aangewezen tot de magistraatsbestelling. In 1501 stichtte zij een vicarie op het altaar van St. Quirinius en St.Ursula in de St. Janskerk te Schiedam.
In Augustus 1556 verkopen de kleinkinderen van Floris Henricksx. aan de heilige geestmeesters een huis in de Lange Kerckstraat te Schiedam, afkomstig van diens vrouw Geertruyt, die bij haar testament heeft bepaald dat mr. Floris Cornelisz. gedurende zijn leven hiervan het vruchtgebruik zal hebben, dit met toestemming van haar zoons Heynrick en Willem. (Oud Rechterlijk Archief, inv.nr. 326) Deze priester is kennelijk een bloedverwant, vermoedelijk een kleinzoon van Geertruyt, die dus nog of een zoon of een dochter gehuwd met Cornelis gehad zal hebben.. Over de kwartierwapens tenslotte nog dit: Willem Florisz en Henrick Florisz. hebben beiden het merletten wapen op hun zerk, dat het wapen is van de grote 'clan' in het Westland, waartoe behoren de geslachten Van Hoylede, Van Holy en Muys, welke laatste in de vijftiende en zestiende eeuw te Schiedam gevestigd is. Hebben beide broers een meisje Muys getrouwd of is het het wapen van hun moeder? De beide andere wapens op de zerk van Henrick zijn Van Sevender en de dwarsbalk behoort aan het Westlands geslacht Tou-van der Burch. Henrick treedt voor het Hof van Holland op als bloedverwant van de kinderen uit het echtpaar Dirc Duyst en Sophia van Sevender. Ook hier blijft de vraag open of Van Sevender-Tou van der Burch de wapens van zijn vrouw of van zijn moeder zijn. Tenslotte mag de hier behandelde familie onze aandacht hebben i.v.m. het door hun gevoerde wapen, een rad. Een zwart rad op zilver wordt nl. ook gevoerd door het Schiedamse geslacht Van Hoogendorp. Volgens een beschrijving van rouwborden te Haarlem van het geslacht Van Berckenrode zou dit Schiedamse wapen een zilver rad op rood zijn (Collectie Opt Straeten van der Moelen in de bibliotheek van het Koninklijk Nederl. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde). Bron: C. Hoek, Genealogische en heraldische Gedenkwaardigheden in de St. Janskerk te Schiedam. (Ons Voorgeslacht)
Leenmannen van Honingen die als getuige staan voor belendingen maar van wie geen leenacten voorkomen: gevonden ene Florijs Hendricksz van der Duijn 07-10-1479 blz. 104-105. Bron: Ons Voorgeslacht no. 96, 7e jrg. 1962 p. 79-78febr. 2962; Overschie Repertorium van de lenen van Honing
Laatst gewijzigd:
5 januari 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-59376
Gekopieerd!