Stamboom van Hagenbeek

Vader: Claas Fransz van Poelgeest
Moeder: Maertje Dircx van de Willick

• Gedoopt: op 25 december 1691 te Hazerswoude
Getuige:
• Neeltje Frans van Poelgeest
• doopgetuige van Barbara Smagge
• doopgetuige van Geertje Willaart
• getuige bij de ondertrouw van Johannes van Wijck en Marijtje van Toorenvliet
• getuige bij de ondertrouw van Cornelis Hogeboom en Jannetje van Toorenvliet
• getuige bij de ondertrouw van Denijs van der Blom en Elisabeth van Waalwijk
• doopgetuige van Klaas van Toorenvliet
• getuige bij de ondertrouw van Roelof Sasburg en Elisabeth van Waalwijk
• Woont in de 2e Groenesteegh te in oktober 1711 te Leiden
• Woont achter de Kalvermarkt in de oude voorstad net als haar nicht Elisabeth in in 1726 te Leiden
• Overleden: tussen 2 september 1760 en 8 september 1760 te Leiden

Was getuige bij de twee huwelijken van haar nichtje Elizabeth Waelwijck, J.D. van Leiden op 13 april 1726. Zij woonde op hetzelfde adres als haar nicht achter de Kalvermarkt in de oude voorstad. Omdat de schoonouders van Geertje doopgetuigen van Elisabeth waren, ligt het voor de hand, dat - indien er sprake is van een familierelatie - zij Geertje haar (aangetrouwde) nichtje noemt. De familie relatie is tot nu toe niet gevonden.

De naam van Geertje komt ook voor als Grietje. In de notariële akte machtigt Pieter Hubertus Pla, procureur voor de vierschaar van Leiden omme waarteneemen en te bezorgen de interpositie van de decreete van een huis en erve staande en geleegen binnen deese stede in de oude voorstadt aan de Binnenvestgragt omtrent de Haven onder de Assch..., gekogt bij Willem du Pon. Wijders daar omtrent alles te doen en te verrigten wat nodig en vereijscht werden zal onder verband en bedwang als na regten. Op 7 jan 1736 stelt zij twee voogden aan, Jan van Wijk haar schoonzoon en Pieter Outshoorn haar zwager als voogden over haar minderjarige en uitlandige kinderen.

In de genealogie van de 17e en 18e eeuw had het woord nicht vaak een bredere betekenis dan tegenwoordig. Waar we nu meestal denken aan de dochter van een broer of zus, kon nicht toen ook verwijzen naar meer verre vrouwelijke verwanten, zoals een achternicht of zelfs een kleindochter van een neef of nicht. De term werd dus losser gebruikt en was sterk afhankelijk van de context waarin hij voorkwam. In oude documenten kom je bovendien regelmatig variaties tegen in spelling en betekenis. Zo werd nicht soms ook gebruikt als een beleefde aanduiding voor een jonge vrouw in de familiekring, zonder dat de exacte verwantschap duidelijk was. Dit maakt genealogisch onderzoek in die periode soms een puzzel, waarbij je goed moet letten op andere aanwijzingen in de bron, zoals doopgetuigen, erfgenamen of huwelijkspartners

Daarnaast is er een obligatie d.d. 5 maart 1748 op haar naam en haar schoonzoon Jan van Wijk aan de brouwer d'Heer Jan Rijn een schuld van 300 gulden te 40 groten voor geleverd bier
Op 7 feb 1761 is de insolvente boedel en goederen verkocht aan Willem du Pon vrij van 74 gld.gereed geld bij willig decreet dezes vierschaar gelevert.