Stamboom van Hagenbeek

• Geboren: vóór 1660

De Volmolenszijde H. Schaftenaar, Naarden
Tussen de Keverdijk, de Karnemelksloot en de kade van de Naardermeer liggen nog enkele resten van een voormalige meent van de erfgooiers, die hier de naam Volmolenszijde kreeg. Terwijl de Schapenmeental vroegaan het beheer van de erfgooiersorganisatie werd onttrokken, bleef'Stad en Lande van Gooiland' op de Volmolcnszijde nog lang de dienst uitmaken, waardoor daar geen huizen werden gebouwd. Het gebied is ongeveer vijftien hectare groot en wordtnu doorsneden door de voormalige rijksweg, de Burgemeester Visserlaan en een oud stukje van de Meersteeg. Het is nu in gebruik als volkstuincomplex, sportveld en een deel heeft in de vorm van weiland zelfs haar uit de Middeleeuwen daterende functie behouden. De naam van het complex dateert uit het begin van de zeventiende eeuw, toen in het lakenambacht het voetvollen vervangen werd door dat met behulp van windmolens. (Vollen is het proces waarbij het vet uit de schapenwol verwijderd werd Het kavclpatrooll zoals dat ill 1846 tof stand kwam op de Volmolenszijdemeent. De Meersteeg werd hier toell de Midden- Weg genoemd. en de geweven lap verdichtwerd) In 1615 werd door ene Peter van Elstop de meent langs de Karnemelksloot de eerste volmolen gebouwd, waarna meerdere molens volgden. Die molens hebben daar vermoedelijk niet langer dan een eeuw gestaan, hetgeen overeenkomt met het totale verval van het laken ambacht in de achttien- deeeuw. Een bijzonder bericht over de Volmolenszijde komt voor in het archief van het Naardense Burgervveeshuis. In 1845 verzochten namelijk de regenten van die instelling, in samenwerking met het gemeentebestuur en de kerkvoogden van de Grote Kerk, om deze meent te mogen pachten. Men wilde hier een werkverschaffingsproject realiseren voor de arme Naardense bevolking. De Volmolenszijde was in die tijd, evenals de Schapenmeent in de 17eeeuw, een slecht ontwaterde, sterk verwaarloosde weide. De erfgooiersorganisatie voelde er wel voor om deze meent aan de gemeente Naarden voor 99 jaar in erfpacht uit te geven. De drie genoemde besturen hebben toen zesduizend gulden bijeen gebracht om dit stuk grond te cultiveren. Drie maanden heeft men erover gedaan om dit werk te voltooien. Men begon op 1 november 1845 en het was eind januari klaar. Maar liefst honderden gezinnen werden met deze ontginningsarbeid de winter door geholpen. Iedere zaterdagavond werden de lonen aan de te werk gestelde gezinshoofden, deels in geld deels in gort en roggebrood, uitbetaald. De bakkers Harbers, Vos, Snijders, Van Wettum, Van Brei en de weduwe Voorthuizen mochten elk daartoe wekelijks 35 broden van 6 pond leveren. Door die ontginning kreeg de Volmolenszijde een verkaveling in twaalfkampen - zes weilanden, vijf akkers en een kamp met houtgewas - waarvan de fragmenten nu nog te herkennen zijn. Toen in 1945 het erfpachtcontract met de erfgooiersorganisatie afliep, is de Volmolenszijde weer in beheer overgegaan naar 'Stad en Lande van Gooiland'. Bij de opheffing van dit eeuwenoude instituut, eind jaren zeventig, heeft de gemeente Naarden het hele complex weer kunnen binnenhalen door het te kopen.