Hendrik van Schweinfurt (ca. 950 - 8 september 1017) was markgraaf van de Beierse Nordgau.
Hendrik erfde van zijn vader grote familiebezittingen rond de Main en in het gebied tussen de Main en de Donau. Hij volgde hem bovendien op als markgraaf van de Nordgau, graaf van Schweinfurt (stad), Radenzgau en de Volkfeld. Hendrik steunde in 981 de Italiaanse veldtocht van Otto II met 40 ridders. Later werd hij verbannen door Otto III wegens zijn conflicten met de bisschop van Würzburg dat begon doordat Hendrik onrechtmatig een vazal van de bisschop de ogen had laten uitsteken.
Hendrik steunde de kandidatuur van de latere keizer Hendrik II in ruil voor de belofte van functie van hertog van Beieren. Toen Hendrik wel tot keizer was gekozen maar zijn belofte niet inloste, steunde Hendrik de opstand van Boleslaw Boleslaw I van Polen, die echter in 1003 werd neergeslagen. Het huwelijk van dochter Eilika met Bernhard II van Saksen heeft vast met deze verwikkelingen samengehangen. Een aantal andere hoge edelen nam ook deel aan de opstand; de opstand was een algemene uiting van onvrede met de houding van de koning die te veel inbreuk maakte op de rechten van de adel. Hendrik werd dan ook soepel behandeld door de legers van de koning. De kastelen van Hendrik vielen snel in handen van de troepen van de koning, die het bevel om de versterkingen te slopen in de regel negeerden. Van de burcht van Schweinfurt werden slechts symbolisch enkele stenen verwijderd, toen Hendriks moeder Eilika zich in de kerk van het kasteel opsloot een dreigde dat ze zich zou laten verbranden als de koninklijke troepen het kasteel in brand zouden steken. Een ander kasteel werd overgegeven in ruil voor vrije aftocht van de bezetting en van Gerberga en haar kinderen. Ook dat kasteel werd nauwelijks beschadigd. In 1004 vroeg Hendrik om vergiffenis. Hij werd voor onbepaalde tijd opgesloten onder hoede van een bisschop, maar nadat hij in drie dagen en nachten in hoog tempo alle psalmen had gezongen en bij iedere psalm een kniebuiging had gemaakt, kreeg Hendrik genade en werd ook weer in deel van zijn lenen hersteld. Hij diende daarna de keizer als veldheer en overleed na een langdurig ziekbed. Hendrik werd begraven bij de kloosterkerk in Schweinfurt.
980/994 Markgraf v.bayer.Nordgau und Graf v.Scheyern, 981 Graf an der Unteren Naab, 983 Graf an der Unteren Altmühl, 1002 Graf in Radenzgau, F. u. eV. (980 Anfang) s. 8. 3.3.981 Ebermannstadt im Radenzgau liegt in der Grafschaft des Hassius (DD 2, 277 n 245). 2.4.981 Scierstat im Nordgau in suburbio Reginae civitatis liegt in der Grafschaft (an der unteren Naab) des Heinrich (DD 2, 278 f. n 247). 5.6.983 Atasfeld im Nordgau liegt in der Grafschaft (an der unteren Altmühl) des Heinrich (DD 2, 348 f. n 296). 994 des nepos (Vetter) Thietmars, Markgraf Heinrich, läßt einen Feind zu Lindinlog blenden, mit 14 nach Würzburg geladenen. (Thietmar ed. Holtzmann 156). 6.4.1000 Prüfening im Nordgau liegt in der Grafschaft (an der unteren Altmühl) des Heinrich (DD 3, 31 n 28). 1003 unternimmt Heinrich einen Aufstand gegen König Heinrich II.; er wird unterstützt von seinem Schwager (dem Bruder seiner Gattin) Otto. (Thietmar ed. Holtzmann 206). 6.7.1008 Machendorf im Nordgau liegt in der Grafschaft (an der unteren Naab) des Grafen Heinrich (DD 3, 270 n 233). 6.7.1009 Velden, Reinbach und Kemmathen liegen im Nordgau in der Grafschaft (an der Pegnitz) des Grafen Heinrich (DD 3, 237 f. n 203). 2.7.1011 Lintach im Nordgau liegt in der Grafschaft (an der unteren Naab) des Grafen Heinrich (DD 3, 270 n 233). 2.7.1011 Förrenbach, Hersbruck, Vorra, OKrumbach, Schnaittach, Rüsselbach und Ittling im Nordgau liegen in der Grafschaft (an der Pegnitz) des Grafen Heinrich (DD 3, 270 f. n 234). 17.4.1015 Schwarzenfeld und Weilindorf im Nordgau liegen in der Grafschaft (an der oberen Naab) des Grafen Heinrich (DD 3, 423 n 334). 1V 28.4.1017 Siukenriut, Rötz, Diendorf, Gütenland und Hillstett liegen in der Grafschaft (an der Schwarzach) des Heinrich (DD 3, 467 n 365). 1003 Aufstand gegen Kaiser Heinrich II., 1009 und 1011 Graf an der Pegnitz, 1015 Graf an der Oberen Naab. Am 18.9.1017 stirbt Markgraf Heinrich nach langer Krankheit und wird vor dem Schweinfurter Münster begraben (Thietmar ed. Holtzmann 476). Tyroller, S.75, 78. DFA57 hat hier einen Heinrich v.Schweinfurt, 1021-43, der zwischen Otto und diesem Heinrich liegt
Laatst gewijzigd:
15 februari 2021
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-5633
Gekopieerd!