Stamboom van Hagenbeek

Vader: Peter Willemsz van Dichteren
Moeder: NN

• Geboren: circa 1410
• Begraven: op 14 maart 1470 te Culemborg

burgemeester van Culemborg en rentmeester van de Heer van Culemborg
11 maart 1433: Onroerend goed
Volquiin Hackert, richter te Malsen in het land van Bueren, oorkondt, dat Aleyt van Ingen Alaertsdr. overdraagt aan Wouter van Dichteren de helft van een hofsiede met 3 morgen land onder Buerenmalsen over den Koedam.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.9.938
10 maart 1436: Onroerend goed
Johan van Oye, heer tot Ubbergen, ambtman van het land van Bueren en Buesinchem, oorkondt, dat Jan Jacobsz. overdraagt aan Volquiin Hackert, ten behoeve van Wouter van Dichteren en Aleyd Alaertsdr. van Ingen, 8½ hont lands onder Buerenmalsen, geheeten Over die Voir.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.10.1000
tussen 1438 en 1449:
Functie: Burgemeester van Culemborg

15 juni 1439: Onroerend goed
Walraven van Haeften, drost van het land van Bueren, oorkondt, dat Otte Zuermont en zijn vrouw Aleyt overdragen aan Wouter van Dichteren de helft van een hofstede, groot 4 morgen en 2½ hont land, gelegen onder Buerenmalsen, en geheeten Over den Codam.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.10.1086
12 december 1443: Onroerend goed
Walraven van Haefften, drost van Bueren en Buesinchem, oorkondt, dat in het gericht van Buerenmalsen Wouter Lambertsz. en Ghiisbert, zijn vrouw, overdragen aan Wouter van Dichteren 2 morgen en 24 roeden land te Buerenmalsen, gend. Over die Voer.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.12.1189
16 maart 1445: Huwelijk (met Geertruit Jan Gijsbertsdr Hack) - Culemborg

11 augustus 1445: Functie
Heemraad
Wouter van Overriin, richter en dijkgraaf in het land van Culenborch, Wouter van Dichteren, Reyner Derixz., Vrancke Goedertsz. en Arnt Danyelsz., heemraden aldaar, oorkonden, dat Willem Henrixz. overdraagt aan Wouter Dye Bruun ten behoeve van diens zoon Willem 5 morgen land op Over-Zoeghewiick, waarvan de verkooper den dijkplicht overbrengt op zijn eigen hofstad te Goedbertingen en zijn land op Zoeghewiick.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.13.1227
tussen 1452 en 1461: Functie
Rentmeester
Rekening van den rentmeester Wouter van Dichteren over 1452/1453
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 1.2.2.1.1.2.1.1.1
tussen 17 mei 1453 en 20 januari 1469: Functie
Schepen
Zegelaar als schepen van Culemborg bij diverse actes
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.14.1381
5 september 1453: Onroerend goed
Johan van Arkel, heer tot Hokelem, beleent Wolter van Dichteren ten behoeve van zijn zwager Gerart, heer tot Culenborch etc., met de heerlijkheid, huis en hofstad te Leyenberch c.a. Oorspr. (Inv. no. 6463), met het zwaar geschonden zegel van den oorkonder en fragment van dat van den leenman Jan van Hokelem, bastaard, gend. Boenacker; dat van Jacop Lodderpaep is verloren.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.14.1396
26 december 1459: Onroerend goed
Wolter van Overriin, richter te Culenborg, Herman van Doyenborch, Wolter van Dichteren, Heinrick Zuurmont en Gerit Melisz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Wolter van Dichteren vnd., rentmeester van den heer van Culenborg, na executie q.q. eigenaar wordt van een huis in de Gobertingenstraat, afkomstig van Hubert die Kuper.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.16.1597
6 augustus 1462: Onroerend goed
Danyelt van Everdingen, richter van Everdingen en Zyder-velt, Otte Woltersz., Dirck Petersz. en Gerit Snodensz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Wolter van Dichteren na executie eigenaar wordt van een kamp land op Gobertingen, groot 7 hont, afkomstig van Jacop die Lewe.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.18.1721
na 1466: Huwelijk (met Aleyt Aertsdr van Boemel)

1468: Onroerend goed
Eigendomsbewijs van een huis aan de Achterstraat te Culemborg, afkomstig van Wouter van Dichteren, 1468. 1 charter (zie Reg. no. 131)

6 april 1469: Testament
Wouter van Dichteren erkent, dat hij aan zijn dochters Ariaen en Mari, die in het klooster van de 3de orde van St. Franciscus te Culenborch zijn, een kindsdeel heeft toegezegd, en bepaalt, welke maatregelen genomen zullen worden, indien aan het klooster verboden wordt erfenissen te aanvaarden, of indien Mari non wordt.
Bronnen: 0370 Heren en graven van Culemborg 4.2.20.1927