Hendrik VI van Silezië bijgenaamd de Goede (18 maart 1294 - 24 november 1335) was van 1296 tot 1335 hertog van Breslau en van 1296 tot 1311 hertog van Liegnitz en hertog van Brieg. Hij behoorde tot de Silezische tak van het huis Piasten.
Hendrik VI was de tweede zoon van hertog Hendrik V van Silezië en Elisabeth van Groot-Polen, dochter van hertog Boleslaw de Vrome. Na de vroege dood van zijn vader in 1296 volgde hij hem samen met zijn oudere broer Boleslaw III en zijn jongere broer Wladislaus op als hertog van Breslau, Liegnitz en Brieg. Omdat de drie broers nog minderjarig waren, werd hun oom, hertog Bolko I van Schweidnitz, regent. Toen Bolko I in 1301 overleed, werd hij als regent opgevolgd door koning Wenceslaus II van Bohemen.
Tijdens zijn heerschappij werd Hendrik VI gul gesteund door de stad Breslau en schonk de burgerij van de stad als dank een hele reeks privileges. Drie maanden voor zijn dood werd in augustus 1335 het verdrag van Trentschin afgesloten, waarbij de Poolse koning definitief elke aanspraak van Polen op Silezië opgaf. Ook ging zijn hertogdom definitief in bezit van het koninkrijk Bohemen. Toen hij in november 1335 overleed zonder mannelijke nakomelingen, volgde koning Jan de Blinde hem op als hertog van Breslau, waardoor het hertogdom door het koninkrijk Bohemen geannexeerd werd. Hij was dus de laatste hertog van Breslau en werd in het clarissenklooster van de stad begraven.
Laatst gewijzigd:
12 februari 2021
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-47716
Gekopieerd!