Stamboom van Hagenbeek

Johan (Jan) van Balveren tot Isendoorn

Vader: Adriaan van Balveren
Moeder: Adriana Zegersd van de Poll
  • Geboren: in 1460
  • Overleden: in 1531 (ongeveer 71 jaar oud)

na de dood van zijn grootvaders Zeger van de Poll in 1470 beleend met de waarden tusschen Kokersweert en de Voorn, (waarvan een gedeelte wordt afgezonderd ten behoeve zijner moei Catharina van de Poll, huisvrouw van Jacob van Riemsdijck), alsmede met het halve gericht te Dreumel, op nieuw beleend in 1494, na den dood zijns
vaders in 1473 beleend met huis en hofstad te Delwijnen, die hij in 1486 aan Johan de Cock van Delwijnen Arntszoon overdraagt; is in 1481 huwlijksvriend van zijn neef Herman van de Poll; verwerft in 1484 goederen in Nederbetuwe, en is als Jan van Balveren tot IJzendoorn
(d. i. geërfd te IJzendoorn) 7 Mei 1492 getuige van de oplichting zijns bloedverwants Otto van Wijhe tot Echteld bij de gerichtsbank te Kesteren door Berend van Wees tot den Pluimenburg, vergezelt ook Otto’s gade Geertruid Tengnagell , in gezelschap van Goosen van Varick, Jurrien van Lennep en Berend van Hackfort , naar den landdag te Arnhem om de vrijlating van den te Wageningen ingekerkerden gemaal te verwerven. In Dec. 1492 door hertog Karel tot amptman van Oyen en Dieden aangesteld, komt hij in 1493 als schatmeester in het kwartier Nijmegen voor , en wordt als zoodanig, op voordracht van gedeputeerden en hoofdsteden, 9 Mei 1494 door hertog Karel tegelijk met Hendrik van Galen gemachtigd , om de pondschatting in te vorderen, toegestaan tot verlossing van den jonggraaf van Meurs. Hij moet derhalve, evenals zijn zwager Arnt de Cock van Delwijnen, een onverschrokken en doortastend edelman geweest zijn, die de kans om
doodgeslagen te worden niet vreesde; immers, met den grootsten weerzin werd ook deze schatting gedoogd en opgebracht, In 1498 verschijnt hij als hopman in dienst der landschap van Gelre, en ziet zich
11 Nov. 1500 door den hertog aangeeteld tot amptman, richter en dijkgraaf van Tiel, Zandwijk en Nederbetuwe, op eene wedde van 200 goudgulden tevens met last aan hem, als tollenaar, om het Tielsche tolhuis met eene bezetting van acht man voor hem te bewaren. Op die ambten had hij den hertog 400 goudgulden voorgeschoten. Als stadhouder en bevelhebber van Tiel van ‘s hertogs wege koos hij echter de Bourgondische zijde, en stelde, onderwijl de Bourgondiërs de stad bezet hadden, gelijkgezinde regeeringsleden aan , beloofde ook in 1507 de Waal bij Tiel te sluiten, doch mocht, omdat hij Gelderschman was, na de bemachtiging der stad ongedeerd uittrekken , en ontving 13 Febr. 1515 vergiffenis van den hertog, die hem tevens in het bezit zijner goederen herstelde, maar hij schijnt voortaan steeds door den vorst gewantrouwd te zijn, want 14 Aug. 525 beval deze zijnen raadsheeren , dat zij elk in het bizonder hem hun gevoelen omtrent des edelmans zaken zouden mededeelen. Voorts weet men nog van hem, dat hij in 1521 maagscheidsvrind der gebroeders van Riemsdijck geweest en in 1531 overleden is.
Als zijne vrouw wordt genoemd Belia (Belij) van Varick, dochter van Johan tot Wijenrade bij Margriet van Isendoorn, die hij in 1481 zal getrouwd hebben 5. Hij tochtte zijne vrouw aan de waarden en het halve gericht van Dreumel , en had bij haar vier kinderen.

Relaties:

Gehuwd met Belia van Varick (1460-1540)

Bronnen:

1. Heraldieke Bibliotheek. blz/akte Jrg. 1879, pag.6, scan 10

Laatst gewijzigd: 28 februari 2021
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-46688 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1