Stamboom van Hagenbeek

Jan I van Berry

Jan I van Berry (Jan I de Valois)
Vader: Jan II de Goede van Valois
Moeder: Judith van Luxemburg
  • Geboren: op 30 november 1340 https://nl.wikipedia.org/wiki/Les_Tr%C3%A8s_Riches_Heures_du_duc_de_Berry te Bois de Vincennes [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Berry]]
  • Hertog van Berry en Auvergne
  • Overleden: op 15 juni 1416 (75 jaar oud) te Parijs

Hij was hertog van Berry en Auvergne en graaf van Poitiers en Montpensier. Hij was de derde zoon van Jan II van Frankrijk en Bonne van Luxemburg; zijn broers waren onder anderen Karel V van Frankrijk, Lodewijk I van Anjou en Filips de Stoute.

Levensloop
In dienst van de koningen Jan II (zijn vader), Karel V (zijn broer) en Karel VI (zijn neef) vocht hij in 1356 bij Poitiers en veroverde Limoges, Poitiers en La Rochelle op de Engelsen. In 1360 ging hij als gijzelaar in Engelse gevangenschap om zijn vader vrij te krijgen, die in Poitiers gevangen was genomen door de Engelsen.[1]

Doordat hij laat (in december 1386) verscheen in Sluis voor de ontscheping van een megalomaan landingsproject van Karel VI, moest deze - tot grote ergernis van Filips de Stoute - afgeblazen worden.

Hij was gouverneur van Guyenne en Languedoc in 1381, daarna van Parijs in 1405. Als lid van de partij van Orléans werd hij door de Bourgondiërs uit de macht ontzet.[2]

Jan van Berry overleed in 1416 in het Hôtel de Nesle in Parijs.

Kunst
Jan van Berry was een geletterd man en een groot kunstliefhebber. Zijn uitgaven aan kunst legden een zware belasting op zijn bezittingen en hij zat diep in de schulden bij zijn dood in 1416.

In Parijs bezat hij en woning in de omgeving van de Temple en het Hôtel de Nesle, waar hij stierf. In zijn hertogdommen Berry en Auvergne bouwde of kocht hij niet minder dan zeventien kastelen.[3] Hij stouwde ze vol met klokken, munten, emailwerk, mozaïeken, inlegwerk, geïllustreerde boeken, muziekinstrumenten, wandtapijten, standbeelden, triptieken, gouden vaatwerk en bestek, met edelstenen bezette kruisen en relikwieënkastjes en curiosa. Hij bezat een tand van Karel de Grote, een stuk mantel van Elia, de kom die Christus bij het laatste avondmaal gebruikt zou hebben, melkdruppels, haren en tanden van de maagd Maria, aardkluiten uit verschillende bijbelse plaatsen, de tand van een narwal, de kies van een reus en rijkelijk versierde priestergewaden.

Hij hield levende zwanen en beren omdat ze zijn zelfgekozen devies uitbeeldden. Hij had een dierentuin met apen en dromedarissen en een tuin met zeldzame vruchtbomen. Hij was ook een verzamelaar van hondenrassen.

Boeken en handschriften
Zoals de meeste welgestelde heren bezat hij een goedgevulde bibliotheek met klassieke en eigentijdse werken. Hij liet boeken uit het Latijn vertalen, kocht romans van boekhandelaren in Parijs en liet alle werken in kostbare banden inbinden, sommige in rood fluweel met gouden sloten. Hij verzamelde ook rijkelijk versierde handschriften. Beroemde boekverluchters vervaardigden minstens twintig getijdenboeken voor hem, waaronder het meesterwerk Les Très Riches Heures du duc de Berry van de gebroeders Van Lymborch. Zijn gebedenboeken waren verlucht met afbeeldingen van fraaie steden en kastelen met veel torens.

De Picardische gotische beeldhouwer Jean de Cambrai was van 1386 tot 1416 in dienst van Jan van Berry. Hij vervaardigde de graftombe die opgesteld stond in de nu verdwenen Sainte-Chapelle van het Paleis van Bourges. Oorspronkelijke elementen van de tombe raakten verspreid of vernietigd als gevolg van plunderingen in 1756 (toen de tombe verplaatst werd van de Sainte-Chapelle naar de crypte van de kathedraal van Bourges) waar het liggende beeld met de beer en de zwarte plaat zich bevinden. Verdere plunderingen volgden in 1793. Fragmenten van het baldakijn en de witte marmeren versiering zijn verzameld in het Museum van Berry in hôtel Cujas in Bourges, samen met een aantal van de veertig marmeren en albasten rouwenden (pleuranten) die de kist omringden. In totaal zijn er nog 27 rouwenden geïdentificeerd.[4] Andere rouwenden zijn verspreid in diverse collecties en musea (Rodin Museum, Metropolitan Museum of Art, Louvre, ...). Er bestaat een gipsen reconstructie van de graftombe uitgevoerd door de architect Paul Gauchery.[5]

Jan van Berry huwde in 1360 met Johanna van Armagnac (c.1341-1388), dochter van Jan I van Armagnac (c.1306-1373) en had met haar de volgende kinderen:

Karel van Berry, graaf van Montpensier (1362–1382), gehuwd met Maria de Blois de SULLY-sur-Loire (1364-1409)
Jan, graaf van Berry, graaf van Montpensier (1363–1402), gehuwd met zijn nicht prinses Catharina (1378-1388), dochter van Karel V van Frankrijk
Lodewijk van Berry (1364–1383)
Bonne Bonne van Berry (1367–1435), burggravin van Carlat gehuwd in 1377 met Amadeus VII van Savoye en in 1394 met Bernard VII van Armagnac
Maria van Berry, hertogin van Auvergne (1367–1434), gehuwd met:
Lodewijk III van Châtillon in 1386
Filips II van Artesië in 1393
Jan I van Bourbon in 1400[2]
Later - in 1389, trouwde hij nog met Johanna II van Auvergne, maar dit huwelijk bleef kinderloos.[6]

Buitenechtelijke zoon van Jan van Berry: Owuoald (1370-)

Isabella van Frankrijk (1348-1372)

Les Très Riches Heures du duc de Berry (Frans voor De zeer rijke uren van de hertog van Berry) is een rijk geïllumineerd getijdenboek, besteld rond 1410 door Jan van Berry en gedeeltelijk vervaardigd door de befaamde miniatuurschilders de gebroeders Van Limburg. Van de 66 grote miniaturen in het handschrift zouden er 35 van hun hand zijn en 25 van de 65 kleinere worden door moderne onderzoekers aan hen toegeschreven.[1] Het manuscript bevindt zich in het Musée Condé, dat is ondergebracht in het Kasteel van Chantilly, met als signatuur Ms.65.

Nadat het 15e-eeuwse boek in de 19e eeuw opnieuw was opgedoken, werd het werk snel befaamd, ondanks het feit dat het vrij ontoegankelijk was en blijft voor het grote publiek. Pas in de jaren 1980, bij de realisatie van een facsimile, werd het handschrift volledig uit elkaar gehaald en kon het publiek de miniaturen naast elkaar op een tentoonstelling in Chantilly bewonderen. Met zijn 66 bladgrote en 65 kleinere miniaturen en honderden versierde initialen is het werk een staalkaart van de miniatuurkunst en de boekverluchting van de 15e eeuw. Voor de miniaturen, de margeversiering, de initialen, de lijnvullers, maar ook voor het schrijven van de tekst werd beroep gedaan op talloze kunstenaars. De artiesten die aan het boek meewerkten vormen nog steeds het onderwerp van wetenschappelijk en kunsthistorisch onderzoek.

Les Très Riches Heures is ongetwijfeld een van de belangrijkste verluchte manuscripten uit die tijd en het wordt soms, "le roi des manuscrits enluminés" ("de koning van de verluchte manuscripten") genoemd.[2] Het wordt gerekend tot de hoogtepunten van de gotische schilderkunst.

Een getijdenboek is een boek, in dit geval een handschrift, dat leken in de middeleeuwen gebruikten voor hun privédevotie. Getijdenboeken waren geënt op het in kloosters door monniken voor het koorgebed gebruikte brevier. Deze gebeden werden op vaste tijden van de dag uitgesproken en werden daarom getijden (horae, uren) genoemd.

Hij geeft aan de drie broers Paul, Herman en Johan de opdracht voor de Très Riches Heures waarschijnlijk omstreeks 1410[3] of 1411[4] nadat ze in 1408-1409 Les belles heures hadden beëindigd. Maar daarvoor had de hertog al een ganse verzameling van getijdenboeken aangelegd met als bijzonderste Les petites heures afgewerkt omstreeks 1390, waarin hij Paul een miniatuur laat toevoegen in 1412, Les très belles heures ca.1402, Les grandes heures ca. 1409 en Les Très belles heures de Notre-Dame dat in 1405 voor het afgewerkt was, gesplitst werd in twee handschriften waarvan het tweede gedeelte gekend is onder de naam Turijn-Milaan-Getijdenboek.

Relaties:

Gehuwd met Johanna van Armagnac (±1341-1388)
  • Huwelijk: ± 1360

Laatst gewijzigd: 12 september 2024
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-4175 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1