- Geboren: ± 1520
- Overleden: vóór 22 januari 1564 (voor 1576) (ongeveer 44 jaar oud) te Rijswijk
Voor een goed begrip van de akten aangehaald uit de "Protocollen van opdrachten en hypothecatie" (ARA - RARw, Inv. nos. 1 t/m 6) diene, dat deze geen minuten zijn, doch slechts concepten. Niet alleen ontbreekt daarom dikwijls de datum, maar ook blijven vaak de namen van gezworenen open. Ouwe Pouwels Claeszn. van der Speck, geboren rond 1510, overleden vóór 1570, tr. 1 . Aryaentje Dircxdr. en 2. Aeltjen Aryensdr. Hij is een der weinigen van de tot dusver beschrevenen die geen enkel ambt bekleed heeft. Niettemin is van hem vrij veel bekend. In het kohier van de verkopingen der tienden over de jaren 1561-1580 komt hij tot zijn overlijden regelmatig voor. In 1562 koopt hij zelfs het gewas van de boomgaarden van de heer van Rijswijk voor de (voor die tijd) aanzienlijke som van 70 pond. Dat laatste zal nog speculatiever geweest zijn dan de koop van tienden. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat hij het jaar daarop klaarblijkelijk krap bij kas is, want - op 17 juni 1563 - verkoopt hij aan Joffrou Clementi, de weduwe van wijlen Mr. Jan van Ilpendam, een jaarlijkse lijfrente van zes Karolus gulden, te lossen met de penning zestien. Het zal dus om ongeveer honderd gulden gegaan hebben. Hij heeft een woonhuis en 7 morgen land van zichzelf. Daarnaast pacht hij een bescheiden oppervlakte van 10 morgen, waarboven in 1558 en 1562 nog 1½ morgen teelland. Het is niet onmogelijk, dat de kopers van tienden, behalve boer, ook in zekere mate handelaren waren. Eind 1563, begin 1564, is zijn eerste vrouw Aryaentje Dircxdr. overleden. Er zijn 9 kinderen uit dit huwelijk, die hij op 22 januari van laatstvermeld jaar uitkoopt. Uit de leeftijd van het jongste kind mogen we afleiden, dat Aryaentje Dircxdr. bij haar overlijden niet veel ouder geweest kan zijn dan 45 à 50 jaar, hetgeen haar geboortejaar rond 1520 brengt. Het lijkt echter aannemelijk de leeftijd van Paulus tien jaar ouder te stellen. Bij de voormelde akte neemt Ouwe Pouwels op zich de ongehuwde kinderen te eten en drinken te geven, te kleden en schoeien, de meisjes te leren naaien en schoolgaan en de "knechjes" mede te leren lezen en schrijven. Dat in het midden van de 16e eeuw de vader deze plicht tegenover zijn kinderen vastlegde, geeft een aanduiding van het aanzien van de familie. Aan het ouderhoud en die opvoeding zou hij drie honderd pond ten koste leggen. Bovendien zal hij, als de kinderen "tot haeren mondige staet" gekomen zijn, wat voor de jongens 20 jaar is en voor de meisjes 18 (!) elk 24 pond uitkeren . Als ze echter van huis gaan en trouwen zal hij elk nog eens 18 Karolus gulden betalen "tot haere bruytstuk". Voorts is er nog de curieuze bepaling opgenomen, dat zo enig van de kinderen "pieck ofte cranck" worden, zowel die buitenshuis - dienen, als die nog binnenshuis zijn, recht zullen hebben op "de tost met een bedde.... binnen svaeders huys". Tenslotte is er nog de bepaling (die terloops een aardig inzicht geeft in de zeden van de tijd) dat Paulus gehouden is eenmaal per jaar een "jaergetyt" te houden voor de ziele van Aryaentje Dircxdr. zaliger. Hij zal al zijn kinderen dan een "eerlicke maeltyt" geven, met een tonne biers van twee gulden daarbij "uuyt te drincken tot opten boodem toe" (!) Paulus is vrij snel hertrouwd, wat geen wonder mag heten met een groot gezin van nog vrij jonge kinderen. Zijn tweede vrouw is Aeltje Aryensdr. Het huwelijk heeft niet lang geduurd, want in 1570 is zijn weduwe reeds weer hertrouwd. Haar nieuwe echtgenoot, Oelsier Aryenszn., compareert dan voor gezworenen van Rijswijk waarbij hij verklaart Aeltje Aryensdr. gehuwd te hebben, de weduwe van Ouwe Pouwels Claeszn. Verspeck. Uit het tweede huwelijk van Paulus zijn nog twee kinderen geboren: 10. Ariaentje Pouwelsdr., die als haar moeder hertrouwt ongeveer drie jaar oud is; en ll. Neeltje Pouwelsdr., dan ongeveer een half jaar oud. Oelsier Aryenszn. heeft de verplichtingen van Ouwe Pouwels Claeszn., voortvloeiende uit de voormelde akte van 12 januari 1564 overgenomen, in dier voege, dat hij op zich neemt aan de kinderen acht honderd Karolus gulden te betalen in diverse termijnen, eerst de kinderen uit het eerste huwelijk, dan de laatsten. De zoons worden in deze akte genoemd in de volgorde: Pieter, Cors, Heynric, Willem, Claes en Jacob. Daarbij valt op, dat in vergelijking met de vorige akte, Claes is verhuisd van de derde naar de vijfde plaats. Neeltje, B ., III., e., 2 blijkt inmiddels gehuwd met Damis Janszn. Zij is, evenals haar man, in 1582 reeds overleden en dus waarschijnlijk slechts even veertig jaar oud geworden. In een akte van 22 oktober 1582 881 namelijk, verkopen Pieter Pouwelszn. en Maerten Janszn. als gerechte "oemers en voechdens" van het achtergelaten weeskind van Dammas Janszn. en Neeltje Pouwelsdr. een huis en erf. Er zijn, als Oelsier Aryenszn. zijn verplichtingen doet vastleggen, nog slechts vier kinderen thuis "van 't ouwe bedde" (het eerste huwelijk), Heynric Jacob, Apploni en Leentje. Hij neemt op zich ze te onderhouden zoals de oude koopbrief dat omschreef. De twee kinderen uit het tweede huwelijk zal hij eveneens eten en drinken geven, kleden en "school laeten gaen, laeten leeren leesen ende schrijven, naeyen ende spinnen, sulcx een vaeder ende moeder schuldig is haer kinderen te doen", tot hun 18e jaar. Alsdan zullen zij huns vaders erfdeel ontvangen, dan wel de renten daarvan. Uit deze akte blijkt, beter nog dan uit de voorgaande, dat de meisjes niet slechts de vrouwelijke handwerken leerden, maar eveneens lezen en schrijven (!) . Sier Aryenszn. en Aeltje zijn huisvrouw, treden in al hetgeen Ouwe Pouwels Claeszn . bezeten heeft: huis, schur, hooiberg, geboomte. Voorts koeien, paarden, schapen, varkens, kalveren, wagens, ploegen, eydens (eggen), stoppen (vermoedelijk een soort stoppelploeg), mouwen, enz., niets uitgezonderd. Waarschijnlijk is ook aan hun beiden geen lang leven beschoren geweest. Voor Allerheiligen 1576 compareert dan voor Gezworenen van Rijswijk Gerrit Gerritzn. en verklaarde gekocht te hebben van de voogden van Aryaentje Pouwelsdr., het achtergelaten weeskind van Pouwels Claeszn. Verspeck en Aeltje Aryensdr. zaliger, het huis, schuur, berg en geboomte, dat Ouwe Pouwels Claeszn. in zijn leven placht te bewonen. Waarschijnlijk is dan dus ook Jonge Neeltje Pouwelsdr. reeds overleden. Aangezien Aryaentje dan nog pas negen jaar oud is, mag tevens worden aangenomen, dat er behalve haar geen kinderen meer thuis zijn. Voor zover nog in leven moet Appolonia dan 22 à 23 jaar zijn en Leentje 18 à 19 jaar. Hoe het met de overige boedel is gesteld is niet aan het licht gekomen. Op de rechtdag van 10 februari 1577 (of 1579 - onduidelijke tekst) spant Pieter Pouwelszn. een geding aan, als voogd van het weeskind van Ouwe Pouwels Claeszn. Verspeck tegen Aryen Cornzn. wonende te Naaldwijk en eist een zeker, hem toekomend erfdeel uit de boedel van Ouwe Pouwels Claeszn. Er blijkt overigens wel uit, dat wanneer sterfgevallen elkaar snel opvolgen men al spoedig het spoor geheel bijster is. Ook zal niet altijd gemakkelijk zijn om, wanneer goederen in de tweede of derde hand zijn overgegaan en de eerste koper de koopprijs nog niet geheel voldaan heeft, het restant te vorderen. Bij de verkoop van het huis c.a. in 1576 wordt de koopprijs gesteld op 300 gulden, waarvan 100 gulden gereed geld en voorts alle volgende Allerheiligen, te beginnen 1577, vijftig gulden totdat het geheel betaald is. Die betaling schijnt al zeer snel gestokt te hebben, want op de rechtdag van 21 november 1578 daagt Pieter Pouwelszn. met "zijn com socys" (!) de eigenaren van het huis, dat Ouwe Pouwels Claeszn. uitkocht, te weten Gerrit Gerritzn. en Alijn Hacxen voor het gerecht
Laatst gewijzigd:
28 oktober 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-3245
Gekopieerd!