- Geboren: in 1180
- Gedoopt: [[https://gw.geneanet.org/foxkroon?lang=nl&p=willem+i+heer&n=van+strijen+van+zevenbergen]]
- Heer van Strijen
- Overleden: in 1245 (ongeveer 65 jaar oud)
De heerlijkheid Strijen was waarschijnlijk aanvankelijk een allodiale (onafhankelijke) heerlijkheid, die later deel uitmaakte van het graafschap Holland.
Onder Zweder van Abcoude (zie heerlijkheid Putten) bestaat de heerlijkheid Strijen uit de parochies Strijen, Broek, Weede en de gorzen Loogors, Markgors en Oude Puttermoer. In de 13e eeuw behoort ook het gebied van Zevenbergen erbij, het gebied van Nieuwervaart (het latere Klundert) en de kerkdorpen Overdraghe, Terhavenne, die later zijn verzwolgen door het water. Bij de Sint Elisabethsvloed in 1421 loopt de gehele Grote Waard onder, ook Strijen en Broek in het uiterste westen ervan. Strijen kan echter herdijkt worden en wordt verbonden met andere bedijkte schorren die later een deel de Hoekse Waard zullen vormen. Het deel ten oosten van Strijen blijft onder water.
Heren en vrouwen van Strijen
.Vastraad van Strijen vermeld 1167. .Willem I en Huge van Strijen, vermeld vóór 1190. .Willem II, heer van Strijen vermeld 1224-1244, kreeg in 1235 een jaargeld van 6 ponden uit de tol van Geervliet, als leen van Holland. .Willem III, heer van Strijen vermeld 1252-1273, kreeg op 11 juni 1253 dispensatie van de paus om te hertrouwen nadat hij zijn vrouw wegens overspel had verstoten, mits hij niet schuldig was aan haar dood. Hertrouwde met zijn minnares Mathilde bij wie hij al minstens één kind had. Verwierf in 1269 tolvrijheid voor zijn onderdanen bij de tol van Niemandsvriend (bij Sliedrecht). .Willem IV, heer van Strijen vermeld 1275 overl. vóór 25-11-1294. .Aleid I, vrouwe van Strijen 1294-1316. .Beatrijs, vrouwe van heerlijkheid Putten en Strijen, zie voorts de chronologie van Putten.
Willem IV van Strijen kreeg van de graaf de toezegging dat na zijn dood Strijen zal vererven op zijn dochter. Dit gebeurt in 1294 en vanaf dit tijdstip zullen Aleid van Strijen en haar echtgenoot Nicolaas III van Putten en Strijen gezamenlijk besturen. Na hun dood vormen Putten en Strijen een eenheid onder hun opvolgers.
Wapenschild van Zweder III van Abcoude en Jacob van Gaesbeke (1. Zuylen 2. Gaasbeek 3. Putten 4. Strijen) In 1361 sterft het huis van Putten uit en volgt een achterneef van de laatste vrouwe, Zweder van Abcoude, op. Diens zoon Jacob van Gaasbeek genaamd is kinderloos en verkoopt Putten en Strijen aan Filips de Goede van Bourgondië. Nog eenmaal worden ze beleend aan Karel, graaf van Charolais,die in 1467 zijn vader opvolgt en zo voor wat Putten en Strijen aangaat, de hoedanigheid van leenheer en leenman in één persoon verenigt.
Willem was in 1224 Ridder en was Heer van Strijen, werd op 06-12-1224 en 26-04-1244 als zodanig vermeld.
In 1235 uitdrukkelijk heer van Strijen genoemd, in de omgeving van de graven Floris IV en Willem II; kreeg in 1235 als Hollands leen een jaargeld van 6 pond uit de tol van Geervliet; stond in nauwe relatie met zijn naburen, de heren van Altena en van Putten; bevestigde in 1242 en 1244, met zijn broers Hendrik en Hugo, de gift van Heiligenberg, door zijn voorouders aan de abdij Ter Does gedaan.
Laatst gewijzigd:
17 augustus 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-31463
Gekopieerd!