Wonende aan de Uijtwech.
6-5-1610
Willem Adriaensz, woonende alhier int Meerkerckse Broeck, bekende schuldich te zijn Lubbert Lubbertsz, weeskijnt van zalgr. Lubbert Ghijsbertsz, woonende in zijnen leven op Achthoven, ofte zijne voechden Ghijsbert Petersz ende Claes Cornelis d'somma 150 g. ter cause van resterende cooppenningen de welcke noch resterende zijn van 2 mergen lants gelegen in den polder Oosternes, des comparants vader opgedragen op 7-2-1608
26-4-1612 f121v
Ghijsbert Petersz Koppelaer, testeert en wel dat bij octroij dd 2-4-1612 zijn 5 mrg leenland gelegen op Boeicop gedeelt zullen worden bij zijn kinderen. Adriaentge x Peter Dircxs, Lubbert x nn, (zijn zoon Lubbert Lubberts Coppelaer tr. ca 1620 Neeltge Cornelis)
Lubbert Folkensz in Boeikoop (OV. 1986 blz.536 en 588)
vermeld 11-12-1538 t/m 11-1-1552 ol. voor 21-2-1560
kinderen;
Adriaen Lubbertsz beleend 21- 6-1560 vermeld 1569 ol. voor 20-10-1595
Cornelis " " 20-10-1596
Jan " " 19- 7-1560 te Heycop ol. voor 2-1-1605
" heeft een zoon Lubbert Jansz beleend 2-1-1605 ol. voor 21-8-1646
nn Lubbertsdr x Gijsbert Petersz ol. na 1612, kinderen
Adriaentje Gijsberts x Peter Dircxz
Lubbert Gijsbertsz x nn
zoon Lubbert Lubbertsz Coppelaar x ca 1620 Neeltje Cornelisdr
RA.33 1622-1634
19-5-1624 f37v
Lubbert Lubbertsz als man ende voocht van Cornelia Cornelisdr, sijne huijsvrouwe, constitueert Gerloff Goosens van de Meij, secretaris tot Lexmond, in den processe twelck hij comparant moet sustineeren tegens Peter Lambertsz Roeck cum suis, als voochden van de weeskijnderen van Jacop Lambertsz Roeck,
34. Zijn huis, (1546: genaamd het Hoge huis), met singel achter de kerk in Ameide (1482: strekkend van de hofstede, die Reiner van Hemert, vader van de leenman, kocht van Pieter van Loon: 1593: strekkend zuidwaarts tot de gemene straat; 1637: de Brantsloot; noordwaarts tot het huis van Arnout van Honthorst; 1637: de boomgaard van Willem Arnoutsz.), noord (1576: erven Jan Marcusz.), (1637: oost: de kerkgracht, west: de Brantsteeg).
9-4-1477: Reinout van Hemert bij opdracht in ruil voor nr. 316, 10 fo. 75v.
13-8-1482: Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 10.
19-4-1488: Mr. Gerard van Gronsveld bij overdracht door Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 52v.
27-5-1493: Lambert Pietersz., schout van Ameide, bij overdracht door mr. Gerard van Gronsveld, 12 fo. 85v.
6-3-1504: Jan Pietersz., 12 fo. 175v en fo. 181v.
26-4-1508: Jan Jan Pietersz. te Ameide met lijftocht van Maarten Jacobsd., zijn moeder, en Jacob Jansz., zijn jongere broer, 12 fo. 196.
30-4-1546: Jacob Jansz. bij dode van Jan Pietersz. (!), zijn vader, 17 fo. 139-
575
7-3-1576: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Jacob Roek Jansz., zijn vader, 24 fo. 178v-179.
9-1-1593: Hugo de Ridder Dirksz. bij overdracht door Willem Roek Jacobsz., waarna overdracht aan Jacob Herbertsz., 26 fo. 7v.
30-8-1616: Pieter Roek Lambertsz. voor Geertje Jacobsd., zijn vrouw, bij dode van Jacob Herbertsz., haar vader, waarna overdracht aan Jacob Roek Lambertsz., 27 fo. 10.
21-6-1623: Pieter Roek Lambertsz. voor Lambert Roek, zijn neef, bij dode van Jacob, diens vader, 2712 fo. 42v-43.
29-1-1629: Adriaan Jansz. voor Adriaantje Jacobs Roek, zijn vrouw, bij dode van Lambert, haar broer, 27/2 fo. 113v.
5-5-1637: Afstand door Neeltje Cornelisd., weduwe Jacob Roek Lambertsz., hertrouwd met Lubbert Coppelaar Lubbertsz., aan Adriaantje, dochter van Jacob Roek, 28 fo. 84v-85.
18-6-1637: Afstand door Jan Roek Lambertsz. voor Gerberg Jacob Roek, zijn
nicht, oud ca. 20 jaar, 28 fo. 86.
19-6-1637: Cornelis Neck Bastiaansz. bij overdracht door Adriaan Jan Bernardsz. voor Adriaantje Roek, diens vrouw, 28 fo. 86v.
13-6-1648: Nikolaas de Waal Jansz. bij overdracht door Cornelis Neck Bastiaansz., 29 fo. 120.
15-5-1642 (Kuijpers acte)
Lubbert Lubbertsz transp. aan Adriaen Jansz won. op Ecxoyerweert 2 mrg lants gelegen in een weer van 8 mrg op Ecxoyerweert onder de gerechte van Lexmont, zoals hem aanbestorven is door dode van Neeltje Jansdr zijn hvr. moeder, belent daer boven de hr van Jaersvelt beneden Dirck Willemsz de Montenegro.
HUA, dorpsgerecht Lopik 1406, fol. 236. 6-6-1664: Jan Bastiaens den Uijl wonende boven in Lopick, bekent een schuld aan Cornelis Everts de Reus [zijn zwager] wonende te Ameide, de som van 1.100 carolus gulden, 'voortcomende soo over verstreckte en geleende penningen als het gunt ick hem over uijtcoops penningen uijt den hoofde van sijn vrouw als een mede erffgenaem van Neeltgen Cornelisdr, in haer leven huijsvrouwe van Lubbert Lubbertsz Coppelaer schuldig was ende belooft hadde'. Over het bedrag betaalt hij jaarlijks vier procent rente.
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-28429
Gekopieerd!