20-4-1652; Trijntje Leendertsdr, voormaals weduwe van Cornelis Corn. Quant en nu weduwe van Cornelis Arentsz. Coppert voor een helft, en Cornelis en Jacob Arentsz. Coppert voor zichzelf voor twee zesde parten, en nog voor Leen- Jan en Maertge Arents Coppert voor drie zesde parten, en nog als voogden over het nagelaten weeskind van zaliger Jorisje Ariens Coppert voor een zesde part in de wederhelft, alle broeders en zusters en erfgenamen van de voorn. Cornelis Arentsz. Coppert, verkopen aan Ds. Abrahamus Swalimius te Kethel, tien hont lands, gelegen aan de Kethelweg in Vlaardingerambacht.
Belent de weduwe en erfgenamen van za. Willem Claesz van Dijck, over welck voorsegde landen zijnen vrijen uytpadt tot aen de Ketelwech heeft, voor 1.500 Car. gld.
De jongste waerbrief is van 20-7-1629
1-5-1652; Zij transporteren ook aan Michiel Dircks [Opmeer] seecker woonhuys, schuyr ende barg aen de Kethelwech in Spalant met de toegifte van 7m. bruyckwaer gelegen in
Babberspolder voor de somme van 1.300 Car. gld.
9-5-1668; Ghiel Opmeer en Annetje Jacobs Coppert laten een testament maken. Hij is 'sieckelijk van lichame, te bedde leggende'. Ze benoemen tot voogden Hendrick Coppert
en Otto Ottens van der Meij
Laatst gewijzigd:
12 augustus 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-27337
Gekopieerd!