haar geboortejaar laat zich benaderen uit het feit dat haar moeder (Gertrud van Northeim) éérst met paltsgraaf Siegfried van Ballenstedt gehuwd was geweest, die op 9-3-1113 stierf. Haar vader Otto, zoon van de Duitse tegenkoning Herman van Salm, heet naar de burcht Rheineck (Kreis Ahrweiler, Rheinland-Pfalz) die in de literatuur nogal eens verward wordt met Rieneck (Landkreis Gemünden, Unterfranken); zie de waarschuwing in Gens Nostra 28 (1973) pag. 135 noot 14. Sophia was kennelijk een uitzonderlijk religieuze vrouw: niet alleen deed zij belangrijke schenkingen aan Egmond en Rijnsburg, maar ook maakte zij een pelgrimstocht naar Santiago en drie maal een naar Jeruzalem; de laatste maal als weduwe. Zij overleed aldaar 26-9-1176 en werd begraven in de kapel van het "hospitaal der Duitsers" (Annales Egmun-denses, in combinatie met de Tabula, ed. Oppermann, Fontes Egmundenses pag. 109 en 183). Tenminste reeds sinds 1118 bestond in Jeruzalem een speciaal op "Duitsers" gericht hospitaal, waarvan betekenis en inkomsten dusdanig toenamen, dat in 1165 de bijbehorende kapel vergroot kon worden (zie Hans Prutz, Die geistlichen Ritterorden, Berlin 1908, pag. 62-63; Hartmut Boockmann, Der Deutsche Orden, München 1981, pag. 26-27)
1e keer naar het Heilige land vermoedelijk samen met haar man Dirk VI in 1139. Zeker is dat zij in 1173 als weduwe voor de 2e keer ging in gezelschap van haar zoon Otto en van IJsbrand van Haarlem. Tijdens haar 3e reis overleed zij in Jeruzalem en werd begraven in het Dietse Hospitaal. Zij was erfgename van het graafschap Bentheim 1150
Laatst gewijzigd:
5 april 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-2716
Gekopieerd!
