De hoogwelgeboren vrouw baronesse douariere van Nagel, geboren H.W.Geb. Vrouwe Anna Dorothea Christina baronesse van Heiden, vrouwe tot Ampsen en Marhulsen, als moeder en voogdes van haar minderjarige kinderen bij wijlen haar man de hoogwelgeboren heer baron van Nagel, heer tot Ampsen en Marhulsen, middels haar gevolmachtigde; de hoogwelgeboren freulin M.R. baronesse van Nagel tot Ampsen; M.C.G.W. van Ripperda, heer tot de Ehse, Vorden, Weldam en Olidam; vrouw Anna Maria baronesse van Lintelo tot de Ehse met haar man als voogd; de hoogwelgeboren F.W.F. baron van Palland, heer van Keppel, bannerheer van Voorst; vrouw Sophia Dorothea baronesse van Lintelo van de Ehse met haar man als voogd; de hoogwelgeboren heer A.J.H. baron van Heekeren; vrouw Petronella Reyniera van Lintelo van de Ehse, heer en vrouw van Nettelhorst en Batingen met haar man als voogd; de hoogwelgeboren freulin Johanna Elisabeth Adriana baronesse van Lintelo van de Ehse, zij en de eerdergenoemde freulin van Nagel met haar zwagers geassisteerd; krachtens volmacht van 7 mrt. 1744 te Zutphen door de hoogwelgeboren gestrenge heer M.C.G.W. vrijheer van Ripperda, heer tot Vorden, Leemcuil, Weldam, Olidam en de Ehse, schout binnen en buiten Zutphen; verder krachtens volmacht van 20 febr. 1744 te Voorst door de hoogwelgeboren gestrenge heer L.A. baron Tork, vrijheer van Rosendaal en Pettecum, landdrost van de Veluwe; verder met volmacht van 19 febr. 1744 te Rijssen door de hoogwelgeboren heer Willem Reynier baron van Voorst, heer van Grimbergen, als vader en voogd van zijn minderjarige zoon Peter Willem baron van Voorst tot Grimbergen bij wijlen de hoogwelgeboren vrouwe baronesse Clara Elisabeth van Broekhuysen; en met volmacht van 18 febr. 1744 te Brummen door de hoogwelgeboren heer Willem baron van Broekhuysen, heer van de Geldersen Tooren en Spankeren, kolonel van een regiment infanterie ten dienste deser lande, met authorisatie van 19 febr. 1744 door de hoogwelgeboren gestrenge heer H.B. Baron van Essen, heer tot de Schoffelaar, richter van Arnhem en Veluwezoom enz. enz., dragen over aan Hendrik Jan Nijman en zijn vrouw, en Gerrit Jan van Eps, elk voor de helft: het erf en goed, genaamd het Hagebeek, in het scholtengericht Lochem, met al zijn behuizing, hoven, zaai- en graslanden, en houtgewassen aan deze zijde van de Lebbenbeeke, doch met het bijbehorende zogenaamde schaapsweidje, gelegen over de Beeke; zoals deze landerijen vele jaren door de huidige bouwlieden zijn gepacht en gebruikt; voorts het huis, schuur en hof, die zijn gebruikt door de houtkoper Klok; en verder het aan het goed Hagenbeek verkochte huis, hof en zaailand, dat Roelof den Koetsier zijn leven lang mag gebruiken; met alle lasten en rechten, zoals deze percelen bij testament door wijlen mevrouw van de Houve en Hofstede aan de erfgenamen-verkopers zijn vermaakt en op 10 sept. en 1 okt. 1743 bij openbare veiling aan de kopers zijn verkocht. De 50e penning is op 31 okt. 1743 te Zutphen betaald met 82 gulden en 12 stuivers.
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-26436
Gekopieerd!