Stamboom van Hagenbeek

• Gedoopt: op 23 september 1654 te Leiden
• Greinwerker (14-02-1675), lakenbereider, beëdigd korenmeter van 1683-1686
• Overleden: op 14 augustus 1727 te Leiden
• Begraven: op 16 augustus 1727 te Leiden

Als beëdigd korenmeter is Cornelis actief tussen 1683 en 1686. Uit het Civielrechtelijk archief Leiden (inv. Nr. 86):
Op 13-2-1683 verklaart Cornelis met de deurwaarders Leendert van Rietkerken en Peter Rijcken Binckershoeck de korenmolen van Aalsmeer te hebben bezichtigd en daar de zakken als eerder gemeld (18-3-1682, akte opgemaakt 19-3) te hebben gevonden, te hebben hermeten, vervoerd naar herberg De Hoorn in Leiden, en weer te hebben hermeten met het resultaat genoemd in de akte van 19-3-1682 (RAL 86 c 97).
Op 26-5-1683 verklaart Cornelis twee schuiten boekweit in beslag te hebben genomen bij Leendert Jansz Vos te Hazerswoude (RAL 86 c 126).
Op 2, 3 en 4 juni 1683 is o.a. de molen van Zegwaart bezocht met deurwaarder Cornelis van Honthorst. Bij peiling werd een zak tarwe van bakker Heyndrick Broekhoven in beslag genomen, aangezien deze niet was aangegeven voor impost (5 en 19-6-1683, RAL 86 C 140). Diezelfde dagen werden met impostmeester Gerrit Oudewater verschillende bakkers te Zegwaard en Zoetermeer bezocht die weigerden inlichtingen te geven over het bij hun aanwezige brood en meel (RAL 86 C 147, getuigenverklaring door Jacob Arents Zethoorn d.d. 19-6: RAL 86 C 148). Op 20-11-1683 wordt Cornelis nogmaals gehoord over deze weigering (RAL 86 C 197), op 15-3-1684 bevestigt hij nog eens de reden van in beslagname van de zak graan in Zegwaard en voegt toe dat de zak een ceel droeg van chrirurgijn Cosmus van Balen (86 C 226), evenals op 28-1-1684 en 6-7-1684 (86 C 277) - nu gaat het om de broers Jan en Cornelis Leendertsz Blom te Zegwaart, een zak aangevoerd ten name van Broekhoven met cedulle van Corsmis van Baal te Zegwaard. Ten slotte verklaart Cornelis op 12-3-1686 nog eens op verzoek van diverse bakkers in het Rijnland dat bij zijn bezoek van juni 1683 Gerrit Oudewater, pachter, hem verbood zijn zakken te onderzoeken 'tenzij het meel per klant afzonderlijk zou worden gelegd' (86 D 371).
Op 28-6-1684 en 17-3-1685 legt Cornelis een verklaring af over zijn bevindingen in de molen van Warmond, molenaar Sirc Cornelisz (86 D 271).