Schuldbrief ten laste van Jan Pietersz van der Marck, wonend in Alpherhoorn wegens de koop een nieuwe steenplaats met twee ovens, turfschuren, karren wei, vorm-, vlet- en tasvelden, diverse nieuwe huisjes voor 't werkvolk en een ruim woonhuis in Alpherhoorn, in de polder achter de Kerk, strekkend uit de Rijn tot de kinderen van heer Diderick van Leijden van Leeuwen, belend ten oosten Hendrick van Eijck, ten westen Cornelis Pietersz Maes met Barnardus de Raedt, groot 4 morgen 131 roeden. Maria Costers blijkt te zijn weduwe van Cornelis Keijser, houthakker in Den Haag. Geroijeerd 18-11-1685 ten behoeve van de erfgenamen van Willem van Arkelen.
Pieter Pietersz van der Mark, Maria Pietersdr van der Mark, weduwe van Harmen Aartse Steenwijk, beiden wonend te Alphen, Wouter Pietersz van der Mark, wonend onder Bulk, dicht bij de stad Utrecht, Jacobus Verhagen, wonend te Achthoven onder Leiderdorp, getrouwd met Geertje Laurensdr van der Mark, dochter van Laurens Pietersz van der Mark, Jan Pietersz van der Mark, voogden over Susanna, 20 jaar, Claas, 15 jaar en Anna Laurensdr van der Mark, 13 jaar en Anna Laurensdr van der Mark, 13 jaar, mede kinderen van Laurens Pietersz, allen erfgenamen van Pieter Jacobsz van der Mark en Geertje Pietersdr Verruijt, beiden overleden te Alphen, verkopen aan Jan Pietersz van der Mark, erfgenaam voor 1/5 deel, een huis en erf in Alpherhoorn tegenover 's-Molenaars tussen de Rijn en de Hoge Rijndijk, aan Pieter Jacobsz opgedragen op 06-05-1664, belend ten oosten Huijbert Huijgen van der Bent en Daniël Barendsz Vergunst, ten westen Hendrik Hendriksz Wever. Koopsom 460 gulden
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-22738
Gekopieerd!