Deze zoon heette weer Alard en werd voorbestemd om een al dodelijke gevolgen hebbende brouille met hun neven van Caets, de heren van Beusichem, te beslechten. Alard trouwt met Mabelia van Caets, dochter van Gijsbrecht van Caets en Elisabeth van Beusinchem. Gezien de nabije, keurig vermelde familierelatie (vierde graad), was pauselijke dispensatie noodzakelijk en deze werd op 15 april 1336 van Benedictus XII verkregen. Het verhaal herhaalt zich weder: ook deze Alard sterft nogal jong, in 1361 of 1362, zijn vrouw Mabelia in 1368. Het nakroost van hun oudste zoon en opvolger Alard (VIII) veroorzaakte in de latere veertiende, vijftiende eeuw door een onafzienbare reeks zonen in meetkundige vorm voor een ware Buren-explosie. Alards broer Otto van Buren Lambertsz. (VII) erfde de hof te Balgoij, maar hij en zijn nageslacht huisden meer te of bij Tiel, laatstelijk op het huis te Zoelen. Deze tak stierf aan het einde der zestiende eeuw uit
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-21831
Gekopieerd!