Stamboom van Hagenbeek

Johan II van Heverlee

  • Geboren: in 1240
  • Heer van Heverlee en Vaelbeeck, baljuw van Berchem
  • Overleden: in 1277 (ongeveer 37 jaar oud)

Van Margareta is bekend dat ze de 2e vrouw was van Jan II van Heverlee (in 1255 gehuwd met Maria [van Aa]. Het vroegste moment dat ze gehuwd blijkt uit 1263. Uitgaande dat dit ook meteen het huwelijksjaar van haar is geweest en de veronderstelling dat ze dan minimaal 14/15 jaar zal zijn geweest mogen we stellen dat Margareta uiterlijk in 1248/49 geboren kan zijn. Dan bestaan er twee opties:
1. Margareta is het jongste kind van Arnold III van Wezemaal en Beatrix van Breda,
2. Margareta is de dochter van Arnold IV, dus een kleindochter.

Bij optie 1 is het vreemd dat we haar 'oudere zus' Aleidis enkel als vrouwe van (half) Perk aangeduid zien terwijl Margareta als 'jongere zus' uit de Wezemaal-erfenis half Oplinter (de andere helft behoorde aan een ander geslacht) en half Perk meekreeg. Bovendien kan worden opgemerkt dat haar 'ouders' Arnold III en Beatrix tussen 1219 en 1229 gehuwd waren. Margareta moet in dat geval dan een echt nakomertje zijn geweest.

Van Arnold IV van Wezemaal weten we dat hij op 22-6-1247 al gehuwd met een Elisabet. Arnold is de oudste zoon van zijn ouders. Hij wordt vermeld vanaf 1244, in 1246 was hij meerderjarig. Zijn huwelijksjaar 1247 is derhalve heel realistisch. Zijn vrouw Elisabeth wordt na 1253 niet meer vermeld. Margareta van Wezemaal zou zijn enige in leven gebleven kind kunnen zijn geweest, vernoemd naar een moederlijke grootmoeder want binnen de familie Van Wezemaal zouden voornamen als Beatrix (grootmoeder), Clementia en Luijtgard (overgrootmoeders) meer voor de hand hebben gelegen.

Wat weten we van opvolgingen bij de Van Wezemaals:
Arnold III + na 1261 Heer van Wezemaal.
Arnold IV heer van Wezemaal 1264-1269, Tempelier ca.1270
Godfried heer van Perk 1265, heer van Wezemaal 1272.
Aleidis vrouwe van Perk januari 1270

We zien een soort van stuivertje-wisselen. Aleidis was midden jaren 40 al gehuwd met Hendrik I van der Leck maar wordt pas in 1270 aangeduid als vrouwe van Perk. Het lijkt op een compensatie voor een nog niet betaalde bruidschat. Arnold IV van Wezemaal speelde een vooraanstaande rol als maarschalk van Brabant, maar door een ongelukkige keuze in de opvolgingsstrijd en een korte opstand tegen de nieuwe hertog Jan I na de dood van hertog Hendrik III viel hij in ongenade. In 1269 ging hij gebukt onder schulden. Hij lijkt toen al even weduwnaar te zijn omdat zijn vrouw na 1253 niet meer wordt vermeld. Ergens tussen 6 april 1269 en januari 1270 koos hij ervoor om Tempelier te worden. Arnold IV van Wezemaal overleed na 27-3-1278

In 1269 kan afgesproken zijn dat Godfried zijn oudere broer Arnold IV zou opvolgen als heer van Wezemaal. Een nieuwe smetteloze heer zou wellicht het aanzien van de familie weer kunnen oppoetsen. Dat lukte inderdaad maar anders dan verwacht omdat Godfrieds broer Gerard van Wezemaal en niet Godfrieds zoon Arnold V later in 1287 door hertog Jan I beleend werd met Bergen op Zoom, het westelijke deel van de heerlijkheid Breda.

In dit scenario werd in 1269 de dochter van Arnold IV overgeslagen in de opvolging. Margareta van Wezemaal kan op dat moment al weduwe zijn geweest van Jan II van Heverlee, maar begin jaren 70 zal ze al zijn hertrouwd met de weduwnaar Hendrik V van Boutersem,† na 1279 (in 1255 gehuwd met Maria [van Aa], met hieruit in 1276 twee zonen Hendrik en Leunis).

Dochter Margareta kan gecompenseerd zijn met half Oplinter want de andere helft behoorde aan het geslacht Van Kraainem. Perk kan dan aan zus Aleidis en haar man toebedeeld zijn als achterstallige bruidsschat. In het Latijnsboek is enkel sprake van het dorp Perk (ville) en niet van de heerlijkheid maar dat kan een vertekend beeld zijn omdat pas later de lenen beter en uitvoeriger werden beschreven. Het is ook onduidelijk of Margareta in 1270 ook al in het bezit van de andere helft van Perk was. Volgens Raf wordt Aleidis van Wezemaal in 1270 zo aangeduid.

Maar omdat in 1290 Margareta van Wezemaal aangeduid wordt als vrouwe van Perk moet zij toen al in het bezit zijn geweest van de helft van Perk en de jurisdictie. Dat heeft ze of al in 1269 gehad of tussen 1270 en 1290 van de Van der Lecks verworven. Er kunnen momenten zijn geweest dat de Van der Lecks om geld verlegen zaten en een deel van hun bezit verzilverd hebben. Wellicht is het verwerven van bezit in en rond Werth daarvoor aanleiding geweest.

Het kan ook zijn dat pas na het overlijden van 'vader' de Tempelier Arnold IV van Wezemaal, hij schijnt nog geruime tijd geleefd te hebben, Margareta en haar man de in 1269/70 overeengekomen afspraak tussen haar vader en oom hebben aangevochten en dat ze toen als compensatie voor het opgeven van haar erfafspraken de andere helft van Perk hebben gekregen. Een ander aspect wat meegenomen kan worden is het gegeven dat de halve heerlijkheid Oplinter van Margareta vererfde op haar zoon Hendrik van Boutersem uit haar 2e huwelijk. Het zou dus goed kunnen dat Margareta van Wezemaal pas tijdens haar 2e huwelijk Oplinter toebedeeld kreeg.

Vanuit deze insteek kan worden opgemerkt dat Hendrik V van Boutersem op 17 maart 1268 als getuige aanwezig was toen Hendrik V, heer van Breda, het patronaats- en personaatsrecht van de kerken van Schoten en Merksem verkocht aan de het kapittel van de O.L.V.-kerk te Antwerpen. Zijn aanwezigheid daar kan worden verklaard als zijnde de man van een Van Breda-kleindochter
[[http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/obnb/#page=442&accessor=searchText&accessor_href=http%3A%2F%2Fresources.huygens.knaw.nl%2Fretroboeken%2Fobnb%2FsearchText%2Findex_html%3Fpage%3D0%26source%3D1%26id%3DsearchText&source=3&size=853&view=imagePane]]

Het lijkt me waarschijnlijk dat het huwelijk Boutersem-Wezemaal in of kort voor 1268 is gesloten. Als dan in 1269 Arnold IV van Wezemaal besluit om Tempelier te worden vind er een stoelendans plaats. Zijn broer Godfried wordt heer van Wezemaal en geeft zijn bezit Perk door aan zijn zuster Aleidis gehuwd met Hendrik I van der Leck. Aleidis wordt in 1270 aangeduid als vrouwe van Perk. Dochter Margareta van Wezemaal en haar man Hendrik V van Boutersem krijgen de halve heerlijkheid Oplinter wat later door vererfde aan hun zoon Hendrik van Boutersem, heer van (Op-)Linter. In 1269 kreeg Margareta ook, of verwierf pas tussen 1270 en 1290 de helft van Perk van hetzij haar oom Godfried of van haar tante Aleidis en haar man of later van haar neef Hendrik II van der Leck.

De grootste verliezers waren Hendrik en Jan van Heverlee, de zonen van Margareta van Wezemaal uit haar eerste huwelijk. Voor zover bekend erfden ze niets uit de Van Wezemaal-erfenis.

Relaties:

Gehuwd met Maria van der Aa
  • Huwelijk: in 1255
Gehuwd met Margaretha van Wesemaele (±1247-1302)

Bronnen:

1. Europäische Stammtafeln blz. 29 Vol. VIII, Tafel 291980

Laatst gewijzigd: 17 maart 2021
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-19076 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1