Arnold, heer te Wachtendonk, zoon van wijlen Arnold heer van Wachtendonk, ridder, oorkondt, dat zijn gehele burcht en stad en land Wachtendonk voor de helft aan zijn oom Reinart heer van Schoonvorst waren verpand voor 3000 Gelderse guldens; hij had niet het geld om in te lossen./Aartsbisschop Frederik van Keulen heeft de pandsom gelost.
Zijn vader was aan de aartsbisschop nog 1000 oude gouden schilden schuldig. Arnold verklaart nu ledigman te zijn van de aartsbisschop en zal nooit meer tegen bisschop of stad ageren; evenmin zijn opvolgers. Als de hertog van Gelre tegen Keulen oorlog voert, mag de hertog zich echter van Wachtendonk bedienen, zolang de strijd duurt. Als de heer van Wachtendonk tegen Keulen wil strijden, moet hij eerst 3700 zware rijnsguldens aan Keulen betalen en 2 maanden wachten, alvorens te strijden.
Wachtendonk wordt open huis voor de aartsbisschop; hij mag op eigen kosten mannen in het slot en elders leggen. De heer van Wachtendonk mag zijn goed niet verkopen dan nadat de nieuwe bezitter manschap en eed, het bovenstaande te houden, aan de aartsbisschop heeft gedaan.
Medezegelaars: Reinard van Schoonvorst en Sichem, oom, Gerard heer te Dyck , broer van de oorkonder, Gerard heer van Alpen, zwager, Hendrik van Wachtendonk, oom.
Regesten EB Koln IX p 542.
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-18939
Gekopieerd!