Stamboom van Hagenbeek

Johannes Gerardsz (Jan) ridder van Herlaer en Meerwijck

Johannes Gerardsz (Jan) ridder van Herlaer en Meerwijck (Jan Koc van Herlaer)
Vader: Gerard van Meerwijck
Moeder: NN
  • Geboren: na 1340 [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_heren_en_vrouwen_van_Herlaar]]
  • Gedoopt: [[https://gw.geneanet.org/hvanderstelt?lang=nl&p=jan&n=van+herlaer]]
  • Ridder van Ameyde, Empel en Meerwijk en Poederoyen (heer van Delwijnen)

Jan van Meerwijk, Jan van Krieckenbeek, Hubert van Roden en Hendrik van Huissen traden op 23 mei 1357 in dienst van Wenceslas en Johanna de hertog en hertogin van Brabant, om deel te nemen aan de oorlog tegen de Vlamingen. Zij moesten met 2 paarden en een zwaard opkomen en zouden een oude schilt (muntsoort) per dag als soldij genieten. Op 14 en 19 juli 1357 zegelden Jan van Baerl en Jan van Velaer ten behoeve van Jan van Kriekenbeek, Jan van Meerwijc, Hendrik van Huesen en Hubert van Rode een kwitantie voor de ontvangen soldij. Deze Jan van Meerwijk is naar mijn mening geen van Herlaer. De Van Herlaers noemden zich, heer van Meerwijk. In 1355 treedt Gerard van Meerwijk van Herlaer op als een van de vele edelen van Brabant die het verdrag van Leuven inzake de erfopvolging mede bezegelen. De namen Krieckenbeek en Huissen verwijzen naar het Gelderse gebied zodat aangenomen mag worden dat zij daar allemaal vandaan kwamen en toch als mogelijke leenmannen van de hertog van Brabant opgeroepen werden. Van Baerle is nauw verwant met Van Kriekenbeek beiden geslachten kwamen voor in het Overkwartier van Gelre. Op 10 december 1359 zegelt Johan van Meerwijk als een van de medeborgen van de broers Willem heer van Bronkhorst, Dirk heer van Batenburg, Gijsbert van Bronkhorst heer van Borculo die verklaren aan Elisabeth van Bronkhorst Vrouwe van Cuyk, zuster van de genoemde broers 4000 pond schuldig te zijn de hoge heerlijkheid van Empel en Meerwijk blijkt in 1342 een achterleen te zijn van Gelre via de heer van Megen. De leenverhoudingen met betrekking tot het huis en tot de heerlijkheid verschilden. Het huis was een leen van Gelre, de hoge heerlijkheid een leen van Megen en de lage heerlijkheid was een Brabants leen. In dat jaar 1342 wordt het leen ten overstaan van de heer van Megen als leen van de hertog van Gelder door Johan van Meerwijk overgedragen aan “eens eersamen mans’ ridder Johan, Schots van Herlaer. Het leen omvatte de hoge en lage jurisdictie, de giften van de kerken, mannen en dienstmannen, vis-en weidegronden, uitgezonderd waren de tienden, de cijnzen en het hofgoed. Deze werden door Jan II, hertog van Brabant in leen gegeven. Jan Scots van Herlaer behoorde tot het geslacht van Loon dat aangehuwd was aan het geslacht van Herlaer. In 1343 kocht ridder Jan Koc van Herlaar de heerlijkheid Empel en Meerwijk. Hij werd opgevolgd door zoon Gerard van Loon alias van Meerwijk en die door zoon Jan van Meerwijk en deze door zijn dochter Gerartken die met Willem van Gent huwde

Relaties:

Gehuwd met Agnes Coenen van Oosterwijk (1345-1394) Gehuwd met Johanna van der Merwede (±1365-1425)
  • Huwelijk: ± 1411 (1411)
Gehuwd met Agnes de Rover Relatie met onbenoemde persoon

Laatst gewijzigd: 14 mei 2022
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-18368 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1