is Dienaar (Raad) van Hertog Karel v. Gelder en biedt hem, nevens eenige anderen, een verzoekschrift aan ten behoeve van zijn neef of zwager Lambert Snoye (denkelijk de vader van bovengenoemden Joost Snoye. Is Drost te Terborg, woont op het iloemoetshuis aldaar en schrijft aan Hertog Karel v. Gelder, dat hij aan een schrijven ten nadeele van den Jonker v. Wisch, dat aan hem toegekend werd, geen schuld heeft, 20 Oct. 1524.
Hij wordt na dode zijns vaders Ernst beleend met Ludenhorst
door den Graaf v. d. Bergh, 1531en met Kemnade, 1544. In 1542 is hij mede huwelijksvriend van Hermanna v. der Hovelich, weduwe van de Poll, trouwende Jacob Pieck, Heer v. Isendoorn, weduwnr. van Maria v. Balveren en later schoonvader zijns zoons Johan (Herald. Bibl, NR., IV, pag. 163). Zijne moeder draagt hare leenen in Loël aan hem over, 19 Jul. 1542 (als boven), en na haar dood wordt hij ook nog met Cam,phusergoed beleend, 1547. Hij is Gerichtsman te Didam 20 Apr. 1545, waar zijn zegel is afgebeeld. Tussen de jaren 1546 en 1556 treedt hij herhaalde malen op als leengetuige van den ‘s Heerenbergschen Leenhof, en in laatstgenoemd jaar is hij Drost te Boxmeer en stadhouder van genoemden Leenhof, 19 Febr. 1556. De laatste jaren zijns levens schijnt hij te Boxmeer gewoond te hebben en wordt reeds als Drost aldaar genoemd op 1Sept. 1552. Hij tuchtigt zijne vrouw Geertgen aan zijn leen, het Momengoed in Loël, waarin zijne kinderen Johan en Berta consenteeren, 29 Mei 1555 en eveneens aan het Oissert maitgen, behoorende tot genoemd leen, 20 Jun. 1556. In beide oorkonden wordt hij eveneens Drost te Boxmeer genoemd. In 1559 is hij dood, want nog in dat jaar en 2 Jan. 1560 wordt zijn zoon Johan beleend
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-18272
Gekopieerd!