Hij was uit het huis van Valois.
Als zoon van Karel VII wilde hij al tijdens het leven van zijn vader een actieve politieke rol spelen en intrigeerde zelfs met diens vijanden, onder anderen de Bourgondische hertog Filips de Goede. Al in 1440 nam hij deel aan de Praguerie, een opstand van enkele edelen tegen zijn vader, die echter weinig succes had. In 1446 werd hij naar de Dauphiné gestuurd, waar hij vele hervormingen doorvoerde en populariteit verwierf onder de middenstand.
Hij had een hekel aan Agnès Sorel, de maîtresse van zijn vader en boze tongen beweren dat hij de hand heeft gehad in haar dood (1450). In het volgende jaar trouwde hij tegen de wil van zijn vader met de jonge Charlotte van Savoye.
In 1456 stuurde zijn vader een leger naar de Dauphiné. Lodewijk vluchtte naar het noorden. Filips de Goede verleende hem asiel en herbergde hem in het kasteel van Genepiën, nadat hij, uit vrees voor zijn vader, met zijn echtgenote Charlotte het land had verlaten. Daar werd ook hun tweede zoon Joachim geboren, die echter vier maanden later overleed en in de Sint-Martinusbasiliek van Halle begraven ligt. Tijdens zijn verblijf in de Bourgondische domeinen deed hij zijn best om een goede relatie te houden met Filips' zoon Karel de Stoute en de familie Croÿ, die wedijverden om de macht aan het Bourgondische hof.
Hij ontmoette Olivier le Daim in Tielt, zoon van een barbier die hem vergezelde bij zijn terugkeer naar Frankrijk.
Laatst gewijzigd:
24 september 2024
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-17300
Gekopieerd!