Arnoul II van Ardres, ook bekend als "de Oude" of "de Vlaming", werd opgeleid in Normandië en Engeland aan het hof van Willem de Veroveraar, dankzij de gunst van graaf Eustachius van Boulogne. Hij kreeg bij deze gelegenheid Engelse leengoederen toegewezen. In 1096 nam hij deel aan de Eerste Kruistocht samen met Robert, graaf van Vlaanderen.
Hij ondersteunde de abdij van Ardres in 1110, maar had ook gewapende conflicten met de heren van Balinghem, Fiennes en Manasses van Guînes. Het beleg van Ardres werd op het nippertje afgeslagen. Arnoul versterkte en breidde zijn stad Ardres uit, bouwde een donjon en een residentie, ontworpen door zijn architect Lous van Bourbourg. Hij bracht een beer naar Ardres als attractie.
Hij was getrouwd met Gertrude van Gent (of van Aalst), die als bruidsschat Rodenberg en Ostberg meebracht, evenals andere landgoederen, waaronder de heerlijkheid van Brugge, Caternesse, Isendic en Wlendic. Ze was de zus van Boudewijn de Dikke, heer van Aalst, die Arnoul ontmoette tijdens een toernooi in het Tournaisis.
Hij stond bekend om gierigheid, hebzucht en wreedheid jegens zijn onderdanen.
Zijn wapen was: "van sabel met een zilveren schildhoofd."
Rond 1095 volgt Arnoul II, genaamd de Oude, zijn vader Arnoul I van Ardres op. Hij vertrekt op de Eerste Kruistocht samen met Robert II, graaf van Vlaanderen, Godfried van Bouillon, zoon van de graaf van Boulogne, Fulco, zoon van de graaf van Guînes, Robert heer van Licques… Hij is met Robert II bij het beleg van Antiochië. Volgens Lambert van Ardres brengt Arnoul relieken mee terug naar Ardres: van de baard van Onze Heer, het hout van het ware kruis en andere heilige voorwerpen. In 1110 ondertekent hij een oorkonde voor de abdij van Andres, waar hij wordt genoemd Arnoul van Ardres, de Vlaming. Hij trouwt met Gertrude van Gent en ontvangt als bruidsschat land van de heerlijkheid van Brugge.
Arnoul probeert een vijver aan te leggen in Brames, tegen de wil van de graaf van Guînes en verschillende heren. De heren van Fiennes, die zich eerder tegen zijn vader hadden gekeerd, nemen de wapens op tegen hem. Maar Arnoul verslaat en verjaagt hen, waarna zij zich opnieuw met hem verzoenen.
Manasses, graaf van Guînes, voert oorlog tegen Arnoul omdat deze weigert hem hulde te brengen, zoals zijn vader deed. Op een dag belegert Manasses Ardres, brandt huizen en de kerk plat, en Arnoul moet zich terugtrekken in de donjon. Arnoul doet een uitval en verdrijft de belegeraars tot in Guînes. Tijdens de wapenstilstand repareert en verbreedt Arnoul de gracht van de vesting. Uiteindelijk sluit hij vrede met Manasses. Hij bouwt op zijn donjon een prachtig houten huis, dat de mooiste huizen van Vlaanderen overtreft.
Arnoul de Oude, heer van Ardres, en zijn vrouw Gertrude van Gent stonden bekend om hun gierigheid. Rond 1100 reist Arnoul naar Engeland, waar koning Willem II hem een beer schenkt die hij mee terugbrengt naar Ardres. Zijn vazallen vinden het schouwspel zo leuk dat ze vragen de beer op elke feestdag te mogen zien. Ze verplichten zich zelfs om hem dagelijks een brood te geven voor zijn voeding. Ze hadden niet voorzien dat, zelfs na de dood van de beer, de heer van Ardres dit brood als belasting zou blijven eisen; men noemde het "het brood der ellende" of "het voer van de beer."
Volgens Lambert liet Gertrude, Arnouls vrouw, om haar kudde uit te breiden lammeren eisen van alle onderdanen in Ardres. De dienaren, belast met deze taak, kwamen aan bij een arme vrouw waar zeven kinderen hongerig huilden. Bij wijze van grap drongen zij aan, waarop zij antwoordde dat als zij een kind wilden meenemen om te voeden, zij dat graag toeliet. Gertrude ging hiermee akkoord, en toen dit meisje oud genoeg was om te trouwen, trouwde ze haar uit en bracht haar in een staat van eeuwige dienstbaarheid. Ze maakte ook een aantal vrije mannen die uit haar streek kwamen om haar te dienen, tot lijfeigenen. (Haar zoon Boudewijn zou hen later bevrijden.)
Laatst gewijzigd:
25 maart 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-17104
Gekopieerd!