Vader:
Ebbo I Le Noble de Deols
Moeder:
Hildegarde
- Geboren: ± 915
- Gedoopt: [[https://gw.geneanet.org/dupuisl?lang=nl&p=raoul+i+le+grand+le+large&n=de+deols]]
- Sire de Déols, de Château-Raoul [Châteauroux] et d'Issoudun Châtelain du "Castellum Radulfi"
- Overleden: in 952 (ongeveer 37 jaar oud)
Raoul I van Déols bouwde een kasteel, het "Chasteau Raoul", dat "Châteauroux" werd. Voor de 10e eeuw droeg het land van Châteauroux de titel van Prinsdom van Déols, totdat een van de heren, Raoul, dichtbij zijn verblijf een kasteel bouwde dat hij naar zichzelf vernoemde. Het kasteel Raoul werd toen het nieuwe centrum van het land Déols, sindsdien aangeduid als Châteauroux.
De heren van Déols, waarschijnlijk afstammend van Léocade, die door Gregorius van Tours de titel senator en gouverneur van het Eerste Aquitanië onder de Romeinse keizers werd toegekend, werden steeds machtiger en noemden zichzelf "Prinsen van Déols". Het Prinsdom van Déols strekte zich uit van de Cher tot Gartempe en Anglain, en omvatte de helft van de Bas Berry en een deel van Marche en Poitou. De heerlijkheid Charenton, die Orval, Bruères, het kasteel Saint-Amand, Epineuil en Meillant omvatte, vormde aan het begin van de 11e eeuw het erfdeel van een jongere tak van het Huis van Déols.
Châteauroux werd voorafgegaan in de geschiedenis door Déols. De Gallisch-Romeinse aanwezigheid wordt daar bevestigd door gebeeldhouwde stenen, keramische munten en urnen. Rond 937 verliet heer Raoul le Large (de Grote) zijn paleis in Déols vanwege de onveiligheid, of om de abdij die in 917 was gesticht te ondersteunen. Hij liet een fort bouwen op een heuvel aan de linkeroever van de Indre. Vanaf 1112 werd dit kasteel "Château Raoul" genoemd, vanwege de veel voorkomende voornaam bij de heren van Déols. De feodale periode zag een stad van ambachtslieden en handelaren ontstaan in de beschutting van deze versterkte plek. De heren van Châteauroux waren machtig: hun "prinsdom" besloeg twee derde van het huidige departement Indre; in de 11e eeuw hadden ze hun eigen muntsysteem.
Het kasteel en de stad werden ingenomen door Filips Augustus in 1188. In die tijd kende de stad al een belangrijke lakenindustrie, met een volmolen die al enkele decennia in gebruik was. Alle textielactiviteiten concentreerden zich langs de Indre, die als krachtbron diende, en er ontstond een baronie met eigen gebruiken (de huidige Rue de l'Indre). Deze productie werd gereguleerd om externe fraude (lakens van buiten Châteauroux die werden verkocht als lokaal gemaakt) en interne fraude (Châteauroux-drapiers die soms hun stoffenrekken verlengden om een grotere lengte te verkopen) tegen te gaan, en werd verkocht tijdens de grote jaarlijkse markt.
Symbool van de lokale macht sinds de oorsprong van een stad waar het zijn naam aan heeft gegeven, bestaat Château Raoul sinds de 10e eeuw onder de naam Château de Déols op een versterkte locatie door de heren van deze plaats. Zeven heren droegen de naam Raoul, vandaar de naam Château Raoul en Châteauroux in de vier naast elkaar gelegen stadsgedeelten: Saint-Martin en Saint-Denis, Saint-Gildas en Saint-Christophe, de Rue de l'Indre en de Rue Grande. Met zijn muur, waarvan nog verschillende torens bestaan, is Château Raoul dan een krachtig fort aan de grens van het domein van de koning van Frankrijk en Aquitanië, en Filips Augustus moest het belegeren in 1187.
Relaties:
Gehuwd met Duode (*±930)
Laatst gewijzigd:
13 april 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-16408
Gekopieerd!