De baljuw van Châtel-de-Neuvre (pagus Denobrensis), werkzaam voor hertog Willem I van Aquitanië en door de auteur van het cartularium van de abdij van Cluny omschreven als 'miles clarissimus,' is de eerste historisch zekere voorouder van het huis Bourbon. Hij wordt genoemd in 913, toen koning Karel de Eenvoudige hem als beloning voor zijn trouw verschillende landgoederen schonk in Berry, Auvergne en Autunois, langs de oevers van de Allier.
Aymar stond aan het hoofd van een belangrijk baljuwschap, gelegen op de grens van Auvergne en Berry. Men neemt aan dat dit baljuwschap de landerijen omvatte tussen Châtel-de-Neuvre, Marigny en Neuvy.
De oprichtingsakte van de abdij van Cluny, opgesteld in Bourges in 910 door Willem de Vrome, hertog van Guyenne en graaf van Auvergne en Mâcon, bevat de naam van een Adhémar in de getuigenlijst, vermoedelijk een vazal van de graaf.
Rond 915 schonk hij "uit angst voor de hel, uit liefde voor God en voor het heil van zijn ziel" het landgoed Souvigny, inclusief de aan Sint-Pieter gewijde kerk, aan de abdij van Cluny, die in 910 was gesticht. Hiermee voerde hij waarschijnlijk ook een politieke daad uit, aangezien hij zijn villa aan de abdij van zijn leenheer gaf.
Hij wordt ook genoemd in een andere akte, maar deze is twijfelachtig. Deze akte, opgesteld in Autun in 918, vermeldt dat hij een bezit in Lusigny toevoegde aan het prioraat van Souvigny.
In mei 922 wordt een oorkonde genoemd van Ademarus comes (graaf Aymar), die Lisinias villa in pago Augustidense schenkt aan Cluny/Souvigny voor de zielen van "senioris mei Nibilungi genitoris et Kunegundis genetricis," ondertekend door Haimonis.
In 923 maakt Adhémar zijn testament op. In dit testament, gedateerd "vanuit zijn kasteel van Moulins op het grondgebied van Autun," verwijst hij naar zijn grootvader graaf Childebrand en zijn vader Nivelon. Hij benoemt zijn oudste zoon Aymon als erfgenaam van al zijn bezittingen, met uitzondering van kleinere landdonaties aan zijn jongere kinderen. De authenticiteit van de akten uit 918 en 923 is echter meer dan betwistbaar, aangezien in de akte van 923 wordt verwezen naar zijn kasteel van Moulins, terwijl er destijds nog geen kasteel in Moulins bestond. Er wordt ook gesproken over Saint-Vincent de Chantelle, dat pas 13 jaar later zou worden gesticht.
Laatst gewijzigd:
12 april 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-15678
Gekopieerd!