Vader:
Eustache II van Boulogne
Moeder:
Ida van Neder-Lotharingen
- Geboren: ± 1060
- Chevalier franc, duc de Basse-Lotharingie. Premier souverain du royaume de Jérusalem
- Overleden: tussen 2 april 1100 en 18 juli 1100 (ongeveer 40 jaar oud) te Jeruzalem
In wat tegenwoordig een inrichting is voor geesteszieken, het aloude klooster van Munsterbilzen, ten noorden van Bilzen, liggen de Hertog Godfried II van Neder-Lotharingen (ook Godfried met de Baard, Godefroid II de Basse-Lorraine, Godefroid le Barbu) en de heilige Ida van Bolen begraven ('Bolen' is een oude dialectbenaming voor 'Bouillon').
Dit zijn respectievelijk de grootvader en moeder van Godfried van Bouillon (Godefroid IV de Bouillon).
De vader van Godfried was Graaf Eustachius II van Boulogne (Eustace II de Boullogne).
Volgens sommige bronnen werd Godfried rond 1060 geboren in Baisy, bij Genappes (Genepiën). Maar ook het vermoeden bestaat dat Godfried ten noorden van Bilzen werd geboren, op Jonckholt, een versterkt Loons slot te Hoelbeek, waarvan de fundamenten pas in de jaren '70 van de vorige eeuw werden teruggevonden via luchtfotografie.
Over de geheimzinnige burcht van Jonckholt doen nog steeds de vreemdste volksverhalen en legenden de ronde. In oude teksten staat geschreven dat Godfried van Bouillon, nadat hij was teruggekeerd uit het Heilig Land (Godfried IV van Bouillon overleed aan de pest, op 18 juli 1100, te Jeruzalem, alwaar hij begraven ligt in de Basiliek van het Heilig Graf), zich hier met zijn tempeliers terugtrok. Hij zou hier een fabelachtige schat hebben verborgen.
In zijn prille jeugd was Godfried van Bouillon een ziekelijk kind. Zijn moeder, gravin Ide d'Ardenne (Ida van Bolen), riep wanhopig de hulp van alle dokters en alle heiligen in. Een oude kluizenaar ried haar aan in de Ardennen te gaan wonen. De zuivere, goede lucht zou het kind deugd doen.
En zo installeerde Ide d'Ardenne zich in de burcht van Bouillon. Ze zocht in de Ardennen de fraaiste en lieflijkste plekjes op, de frisheid van de bosjes, de welriekende valleien. Maar Godfried werd er niet beter van.
Op zekere dag, toen de zon hoger stond dan anders, kwam Ide aan bij een hoogte met een zilveren meidoornstruik en wilgen met gouden katjes. Ze merkte hoe een kudde schapen wegvluchtte naar een struik die bijzonder overvloedig bloeide. Onder de takken van die struik zat een jonge herderin, die aan Ide vroeg wat ze wenste.
"Zie hoe ongelukkig ik ben." zuchtte de gravin. "Mijn zoon ligt te sterven in mijn armen."
Toen strekte de herderin haar handen uit naar de wilgenstruik en opeens verscheen daaruit een ivoren Madonnabeeldje.
Gravin Ide bad: "Koningin van het hemelrijk, maak mijn zoon alstublief weer gezond. Geef hem kracht en moed, opdat hij een beroemd vechter zou worden. Ik beloof U dat hij zijn dapperheid zal wijden aan het bestrijden van de ongelovigen."
Haar gebed werd verhoord, Godfried kreeg weer kleur en op zijn gezicht verscheen een engelachtige glimlach.
Godfried werd in 1082 beleend met Neder-Lotharingen vanwege zijn trouwe legerdienst bij Hendrik IV, de Keizer-Koning van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie en hij verkreeg het hertogdom Bouillon omdat hij door zijn oom werd geadopteerd en als erfgenaam aangewezen
Laatst gewijzigd:
12 januari 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-11515
Gekopieerd!