na belegering en verovering in 1280 van het kasteel Vreeland door Hollandse troepen, geraakten Arend van Amstel met zijn broeders Gijsbrecht van Amstel en Willem van Amstel, proost van St. Jan in Hollandse gevangenschap; eerst nadat zij toegezegd hadden afstand te doen van hun rechten op Naardingerland en Muiden, zich met de graaf te verzoenen en geen vestingen op hun gebied op te richten, werden zij in 1285 uit hun gevangenschap ontslagen. De heren van Amstel streefden evenals de hier later te noemen burggraven van Montfoort naar onafhankelijkheid, waarvoor het bezit van de hoge heerlijkheid een van de voorwaarden was. Gebruik makende van de ligging van hun goederen op het grensgebied van het Sticht van Utrecht en de Graafschap Holland, wisten zij gedurende enige tijd met wisselend succes hun positie te handhaven en zelfs tijdelijk te verbeteren. Uiteindelijk moesten zij zich volledig onderwerpen aan de graven van Holland. De in en ten gevolge van deze machtsstrijd begane moord op de Hollandse graaf Floris V vormde voor de heren van Amstel het einde van hun bestuur over Amstelland; de heerlijkheid Amstel werd met andere bezittingen van het geslacht Van Amstel verbeurd verklaard en bij de graafschap Holland gevoegd. Op het grondgebied van deze heerlijkheid ontplooide zich vervolgens Amsterdam tot de grootste en belangrijkste stad van de Noordelijke Nederlanden en tot hoofdstad van het Koninkrijk
Laatst gewijzigd:
15 juni 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-10938
Gekopieerd!
