In een aantal akten wordt hij vermeld als 'geswoorene te Pijnaker' (o.a. 1642, 1647, 1651,
1652). Evenzo wordt hij in 1624 en 1625 genoemd als 'ambachtbewaarder' en in 1626
'ambachtbewaarder te Pijnaker'. Akten van 1631 en 1638 beschrijven hem als 'achteman
van Pijnaker'.
Voor 1621 trouwde hij met Geertgen Jans van BERCKEL want in 1621 wordt zijn zoon
gedoopt.
Het schijnt dat er in de doopboeken een verschrijving heeft plaats gevonden, een enkele keer wordt Geertgen
aangegeven als Geertgen Ariens, dit moet echter Geertgen Jans zijn.
25 juli 1621 wordt zijn zoon Jan Gerritsz. gedoopt. Bij deze gelegenheid wordt Gerrit Cornelisz. vermeld als
'Geraert Cornelis tot Clapwijck'.
13 mei 1623 wordt vermeld in de kerkrekeningen 'noch ontfangen van een graff van Gerrit Cornelisz tot
Clapwijck den XIIIen Meye 1623 ....'. Voor wie dat graf is is niet duidelijk.
3 september 1631 schuldbekentenis van Maerten Jorisz LINNEWEVER, dat hij geld schuldig is aan Gerrit
Cornelis tot Clapwijck en Arijaen Arijaensz ZIJDEMAN "heilige geest armmeesters".
NB
Maerten Jorisz was inderdaad linnenwever in Pijnacker, het kan zijn dat zijn nazaten een ander patronym
kregen, het kan ook zijn dat zij als 'LINNEWEVER' aangeduid worden en dat deze aanduiding tot geslachtsen
tot familienaam wordt.
Waarmee we mogen concluderen dat Gerrit Cornelis Clapwijck een belangrijke man is geweest in Pijnacker.
03.09.1636 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck vermeld als H. Geestmeester.
30 juni 1644 vermelden de kerkrekeningen een schenking van Gerrit Cornelisz Clappwijck, gedaan in 1641
namens zijn overleden vrouw: 'ontfangen van Gerrit Cornelisz Clapwijck over 'tgeene sijn overleden huysvrou
in de Kercke voors. hadde gemaect ofte besproocken'. Geertgen Jans BERCKEL is dus voor 1641 overleden.
In 1645 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck genoemd als gezworene van Pijnacker.
17 mei 1645 koopt hij een huis dat in het dorp bij de kerk ligt:
De Kerckmeesters van Pijnacker verkopen aan Gerrit Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buurman seekere
huisinge met een soomerhuijsge ende een turffschuijrtge daer aen, pootinge, plantinge... mitsgaders de gront
daer alle 't selve op staet, groot omtrent tweehondert veertig a vijftig roeden, staende en gelegen tot Pijnaker
aent dorp, alwaer de predicant aldaer iegenwoordig inwoont, streckende van de werf van Cornelis Claesge
(verlaen) ten halve sloot ende van de eigendom van 't huijs ende erf van de weduwe van Cors Pieters za. in
sijn leven watermoolenaar tot Pijnaker voorz. west op tot het erf ende ( ) tot het lant van Dirck van
KERCKHOVE ten selver scheysloot toe, belent ten suyden de wegh, ende 't voorz. erff van de gemelte
KERCKHOVE ten noorden Adam van ZIJL met bruijckwaer, gedaan bij de coop sonder maet, metter voet
gestooten, soo groot ende cleyn als 't selve (t scheen) de voorz. belenden is gelegen zijn vrij van alle
ongelden haverpachten...".
Dan vermeldt de akte nog dat Gerrit Cornelis Clapwijck dit alles kocht voor de somma van "een duysent vijff
hondert twee gulden gereet gelt".
Ook andere akten geven aan hoe het land van Gerrit Cornelisz Clapwijck gelegen was:
28 december 1646 rentebrief:
Dirk van KERKHOVEN gaat over land 'staende en leggende in Kerckhoeff, in den ambagte van Pijnaker,
voorz. streckende van de Kerkwegh, ende erff ende boomgaert, toebehorende Gerrit Cornelis Clapwijck west
op tot in de Overgauwse water ( ) toe, belend ten suijden Crijn Dirk SUIJDERKERK ende ten Noorden
Cornelis GRASWINKEL voorn. ende voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck (noort)"'Dirk van KERKHOVEN
"streckende van de erve ende boomgaert van Crijn Dirks SUYDERKERK, Jacob Claesz, de comp. en Gerrit
Cornelis Clapwijck west op tot aen den Overgauw toe, belent ten suyden Crijn Dirks SUYDERKERK voorn.
ende ten noorden juffrou Cornelia GRASWINKEL ende de comparant met sijn boomgaert"..
17.04.1648 ging hij te Overschie in ondertrouw met Grietje Cornelis, weduwe in Overschie.
5 mei 1648 opdrachtbrieff (Pijnacker recht.arch. inv.nr.12 fol.49/6618 ):
Wij Nicolaas VERBOOM, schout van de ambagte van Pijnaker, Dirk Sijmon VERMEER ende Cornelis
Dircksoon van de HOOGH, geswoorene aldaer, oirconden dat op huyden voor ons gecompareerd is Gerrit
Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buijrman dewelcke bekende vercoft en dien volgen getransporteerd,
gecedeert en in volle eigendom opgedragen te hebben, gelijck sij doet bij desen aen en ten behouve van Jan
Gerrits Clapwijck sijn soon, mede onse inwoonende buijrman, sijn comparant, een wooninge als huys, schuijr,
barge, pootinge en plantinge aerde en nagelvast ende gront daer alle t'selve op staet.
Mitsgaders t'lant daer voor ende agter aengelegen, staende en leggende in Clapwijck, in den ambagte van
Pijnaker voorn. ende dat bij de koop sonder maet metter voet gestoten, soo groot ende cleijn als t'selve gront
ende landen in corpus tussen de naervolgende belenden gelegen, doch te verongelden voor vijff morgen
vijer hont, belent ten oosten ende suijden den Strickade, ten westen de Clapwijckse wegh ende Gerrit
Leenderts van der HOEFF met bruickwaer, sijnde belast met sijn havergelt ende erff huijr voorts soo vrij ende
onvrij als buijr wooninge ende landen. Tot waringen transporteert hij comparant, aen den cooper over alle
trecht van waringe hem competeerende tot oude opdracht brieven ofte anderen bescheiden daer van sijnde.
Inde tot vordere waringe namentlijck t'sedert date van sijne (donime) ofte possessen daer booven
verbindende hij comparant sijn persoon ende goederen, roerende ende onroerende geen uijtgesondert,
maeckende elck ende de ( em) van dien subject t'verbant van allen rechten ende rechteren metten costen
(destijds) is geconditioneert dat den cooper in desen coope mede volgen moet de toegiften ofte
beterschappelijken van de bruijckswaer landen, aenden voorzeide wooninge gebruickt werdende, sijnde naer
de doot van hem comparant bij cavelinge jegens sijn coopers medeerfgenamen uijtten naer te laten
onroerende goederen. (Zie 'De Drudenvoet' 1996 jaargang 5 nr 3: "de boerderij van Cornelis Dircksz" door G.
Beijer).
4 mei 1649 verkoopt een huis aan zijn schoonzoon:
Gerrit Cornelis Clapwijck verkoopt aan Jan Jacobsz. TIMMERMAN (vermoedelijk geen familienaam, maar de
aanduiding dat deze man timmerman was) 'sijn swager een erffgen met een soomerhuijsge en turfschuirtge
daer op staende (nu) tot woonhuisge gemaeckt....tot Pijnaker aen 't dorp, belend te noorden ende oosten hij
comparant ten suijden de wegh, ten westen de wooning van Dirck Adams van KERKHOVEN'
17 april 1656 stelt hij zich borg voor een schuld van zijn zoon Arij Gerritsz aan juffrouw Jacobmina
HARTMAN.
18.05.1656 compareerden voor Nicolaas HARTMAN notaris Adriaan Gerritsz Clapwijck, wonende in de
Noortbuyrt in de Heerlijckheit van Souteveen buyten het dorp van Schipluy als pricipaal ende Gerrit Cornelisz
Clapwijck desselfs vader mitsgader Cornelis Adriaens OVERGAUW den Ouden, woonende aent westgaech
int Ambacht van Maeslandt beijde als Borgen schuldig aan Juffrouwe Jacobmina HARTMANS, weduwe van
wijlen den Heer Anthony de HEYDE 4000 gulden
Tussen 23 december 1658 en 20 mei 1659 is Gerrit Cornelisz gestorven, want op de eerste datum treedt hij nog
op als doopgetuige voor Gerrit, zoon van Jacob Jansz van DIEST en Grietgen Jansdr. en op 20 mei 1659 wordt
als belending van een perceel genoemd: 'de erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck sa.'
7 mei 1660 verkoop (Pijnacker recht.arch. inv.nr.13 fol.35/36/37.18 ):
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambachte van Pijnacker, Jacob Claesz WESTERKERK en Frans
Jacobs CLUTS geswoorene aldaer, oirconden dat op huijden voor ons gecompareert sijn Adrijaen Gerrits
Clapwijck woonende op Souteveen, Jan Gerrits Clapwijck woonende int Ambacht van Pijnacker, Aeltge
Gerritsdogter Clapwijck woonende tot Pijnacker aende Laen weduwe van Jan Jacobs TIMMERMAN zaliger
geassisteert met Jacob Jans van DIEST haar swager, als haar gecooren vooght in deses, alle voor haer selve,
elk voor eenvijffde part, Jacob Jans van NOORDEN voor hem selven, Jan Cornelis van NOORDEN vader
ende Asrijaen Pleunen coorenmolenaer op de Pijnackerse koornmoole koosijn, als gestelde voochden over de
vier noch minderjarige weeskinderen van Maritge Gerrits Clapwijck, voor een gelijck vijffde paert mitsgaders
Adryaen Gerritsz RIJWECH woonende op Hoogenban onder het Ambacht van Overschie stieffvader ende
den voornoemde Jacob Jansz van DIEST coosijn als gestelde voochden over de vijff naergelaeten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor het resterende vijffde paert alle kinderen,
kintskinderen ende dienvolgende erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck za gewoont hebbende ende
overleden sijnde int Ambacht van Pijnacker, voorn. ende sij comparanten bekenden indijer qualite vercoft,
getransporteert, gecedeert ende in dienvolgende in vrije eijgendom opgedragen te hebben, gelijk sij doen bij
desen, aen ende ten behoeve van Jasper Dircxzoon onsen inwoonenden buijrman, een huijs, erff met een
boomgaert ende een tuijn daer aen, t'saemen groot ontrent twee hondert veertich a vijftich roeden, doch bij
den coop sonder maet, pootinge, en plantinge op staende aert ende nagelvast. Staende ende leggende opt
Dorp alhier, gecoomen van de kercke van Pijnacker voorzeit, streckende van de werff van Gerrit van
LEEUWEN, secretaris, ende vant erff van Cornelis Aemsz. West op tot het erff iegenwoordig toebehoorende
Gillis Claesz van der BROECK ende voorts tot het lant iegenwoordig toebehoorend het Oude Gasthuijs
binnen Delft ter halver scheijsloot toe, belent ten suijden de wegh ende de weduwe ende erffgenamen van
Dirck Adamsz van KERCKHOOVEN za. ende ten noorden Juffrou Cornelia GRASWINKEL sijnde het
voorsegde huijs erff ende boomgaert niet anders belast dan met vijff guldens s'jaers in de verpondingen,
b.....soot den voorz. Gerrit Cornelisz in sijn leven beseten heeft. Beloovende sij comparanten in qualite
voornoemt, het voorzegde vercofte, soodanich te vrijen ende te waren nu ende ten eeuwigen dage als recht
is, verbindende tot dijeneijnde, die voor haer selven compareren hare ende voochden de voorzegde
weeskinders, persoonen ende goederen roerende ende onroerende geen uijtgesondert, maeckenden elck ende
de keu.. vandijn subject t'verbant van allen rechten ende rechteren speciaal den Ed. Hoove van Hollant aen
den cooper over, mette costen ende tot vordere waringen transporteren sij comparanten in qualite voorzegd
aale trecht van waringen haer competerende tot den ouden aen deses doorsteecken brieff in dat 17 e meij 1600
vijf en veertich kennenden voor sij comparanten van de vercoopingen ende opdrachten deses ten volle
voldaen ende betaelt te sijn, den eersten penning metten laesten, mette somme van twaalff hondert gulden
gereet gelt, ende rentebrieff, ende boovendijen vijftijn guldens vijftijn stuivers tot speldegelt, alles sonder
fraude.
Ten oirconden hebbe ick schout voorn. door begeeren ende verlijden van de comp. in qualite voorn. deses
brieff met mijn segel in groenen was onder uijthangende besegelt, ende de selve benevens den geswoorene.
7 mei 1660 (dezelfde dag) wordt nog een 'opdrachtbrieff' gepasseerd en getekend waarbij zijn broer Jan
Gerritsz de hele erfenis opkoopt:
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambagt van Pijnacker, Gerrit Pietersz van der HOUFF ende Jan
Pietersz OVERSIJDE geswoorenen aldaer, oirconden dat op huijden voor gecompareerd sijn Aeltge Gerritsdr
Clapwijck weduwe van Jan Jacobsz TIMMERMAN za. woonende tot Pijnacker aende Laen geassisteert met
Jacob Jansz van DIEST, TIMMERMAN haer swager als haer gecooren voocht voor een vijerdepaert,
Adrijaen Gerritsz RIJWECH stiefvader ende Jacob Jansz van DIEST koosijn als gestelde voochden over de
vijf naergelaten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor een gelijck vijerdepaert. Jacob
Jans van NOORDEN voor hem selve, mitsgaders Jan Cornelis van NOORDEN vader ende Adrijaen PLEUNEN
coornmoolenaer op de Pijnackerse koorenmolen als gestelde voochden over de vijer nog minderjarige
weeskinderen van Maritge Gerritsdr Clapwijck za. t'samen voor een gelijcke vijerdepaert alle kint en
kintskinderen, ende dienvolgens mede erffgenamen van Gerrit Cornelis Clapwijck za. gewoont hebbende ende
overleden inden Ambachte van Pijnacker voorn. ende sij comparanten in de voorz. qualite vercoft ende
dienvolgende getransporteert ende in vrije eijgendom te hebben gelijck sij doen bij desen aen ende ten
behouve van Jan Gerritsz Clapwijck woonende in Clapwijck in den Ambachte van Pijnacker voorn. drije
vijerdepaerts van de naervolgende pertijen van lands gelegen soo int ambacht van Berckel als int ambacht
van Pijnacker respective daer van het resterende vijerdepaert den cooper als zoon ende medeerfgenaam van
den voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck is toebehoorende als namelijk eerste van eerste een stucke lants gelegen
int ambacht van Pijnacker genaemt den Acker, te verongelden voor dertijen hont streckende uijt de
Clapwijckse Watering oost tot het lant van Mr. Sijmon GRASWINCKEL toe, belent ten suijden Mees Pieterse
ende ten noorden den voorz. GRASWINCKEL, noch van een stucke lants geleghen op de Hoocht in den
voorz. ambachte te verongeldem voor tijen hont, streckende vant lant van Mees Pieterse oost op over de
Strickcade tot inden Strickcaden sloot toe, belent ten suijden den selve Mees Pieterse ende ten noorden Mr.
Sijmon GRASWINCKEL voorn. noch van een stucke lants gelegen int ambacht van Berckel, mede te
verongelden voor tijen hont, belent ten oosten de Wateringe, ten suijden de armen van Berckel, ten westen
de stadt Delft, ende ten noorden de naergenoemde drije mergen een hont ende de armen van Berckel voorn.
noch van drije mergen, een hont gelegen int Ambacht van Berckel voorzeit, gemeen met noch vijff hont,
toebehoorende den armen aldaer streckende int geheel uijt de Watering west op tot het lant toebehoorende
de stadt Delft, belent ten suijden de voorzegde tijen hont, ende ten noorden de naergenoemde tijen mergen
ende noch van een stuck lants te verongelden voor vijer morgen genaempt de negentijen hont, gelegen int
ambacht van Berckel voorz. belent ten oosten de Watering, ten suijden de voorzegde drije mergen een hont
ende de voorz. armen, ten westen den cooper, ende ten noorden de volgende veertijen hont, ende den armen
voorn. Item noch van een stuck lants te verongelden voor veertijen hont gelegen in den voorz. ambachte,
belent ten oosten den armen aldaer, ten suijden de voorz. vijer mergen, ten westen den Strickcade sloot, ende ten noorden de volgende seventijen hont. Lestelijck noch van een stuck lants te verongelden voor seventijen
hont, leggende insgelijcks int meergenoemde ambacht van Berckel streckende uijt de Strickcade sloot oost op
tot in de Watering belent ten suijden de voorzeide veertijen hont ende de armen van Berckel voorz. ende ten
noorden Leendert Cornelisz DROOG met eijgen of te bruijckwaer, ende Adrijaen Leenertsz PUTS, doch alles
bij den hoop sonder maet met de voet gestoten soo groot ende cleijn als de voorz. pertijen van landen in de
voornoemnde belenden respectivelijck gelegen sijn, sonder van overmaet ijets te moogen eijschen, ofte van
ondermaet ijetwets te moogen corten niet iegenstaende het h...... off hae.... meerdere of mindere gedeelte
souden moogen versch..., sijnde de voorz. pertijen van landen vrij, niet anders belast noch beswaert dan met
den heer sijn regt van gemeene ongelden ende anders benevensbuijrlanen, beloovende den comparantien in
qualite voornoempt de voorzegde crije vijerpaerts, nu ende altoos soodanigh te vrijen ende te waren als regt
is onder verbant als naer recht is, ende verdere transporteren sij comparanten in qualite voornoemt, aen den
cooper over all t recht van waringe begrepen, in de oude opdrachten ende waerbrieven daer van sijnde, aen
den cooper overgelevert ende onder hen berustende, komende sij comparanten in qualite voornoemt, van den
vercoopingen ende opdrachte deses ten volle voldaen ende betaelt te sijn met de somme van elff duijsent
ende t'seventich guldens, volgens de brieff op huijden daer van gepasseert. Alles sonder fraude.
Ten oirconden hebben wij Schouten voornoemt, door begeeren ende verlijden van de comparanten in qualite
voorzegd, elc. beroerende onse jurisdictie, desen brieff met onse segels is groenen wass onder uijthangende
besegelt, ende de selve benevens den geswoorene, respectivelijck onder peij... ende ten prothocolle elck van
sijn ambacht, geteijkent op te VII de Meij 1600 t'sestich.
En daarmee weten we dat het bezit van Gerrit Cornelisz een waarde had van 14 760.0.0.
Laatst gewijzigd:
20 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-10513
Gekopieerd!